Intelligente auto’s zijn altijd wakker
Nederland betreurt per jaar zo’n 1000 verkeersslachtoffers. Pogingen om dit aantal te verminderen, zitten een beetje op dood spoor. Technologische toepassingen moeten voor een doorbraak zorgen. TNO staat te popelen om aan de slag te gaan. Een gloednieuw laboratorium staat klaar.
Het aantal auto’s in Nederland is gestegen van 1 miljoen in 1970 tot pakweg 6 miljoen in 2003. In dezelfde periode is het aantal verkeersdoden gedaald van 3000 naar 1000. Het aantal is al enkele jaren stabiel. Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat legt zich daar echter niet bij neer. In 2010 moet het aantal slachtoffers met 250 zijn gedaald.
De hoop is vooral gevestigd op technologische vooruitgang. TNO is er klaar voor. In Helmond opent het instituut morgen een nieuw laboratorium voor onderzoek naar intelligente voertuigsystemen. TNO beschikt over een enorme testhal van 200 bij 40 meter.
Op de ruwe betonnen vloer staat een donkerblauwe Audi, volgestopt met apparatuur. De auto staat met vier wielen op een ondergrondse rollenbank. Daarmee kan TNO het voertuig vanuit een controlekamer snelheden geven tot 250 kilometer per uur, zonder dat de auto één centimeter van zijn plek komt. Voor op de Audi zit een sensor, die 120 tot 130 meter vooruitkijkt.
Tijd voor een test. TNO laat twee voertuigen met grote snelheid op elkaar af rijden. „We grijpen in, eerst met een reactiesnelheid van één seconde, dan met eentiende van een seconde”, legt ir. Leo Kusters van TNO Automotive uit. De Audi maakt ’vaart’ tot 100 km/uur. Met hoge snelheid rijdt een onbemand testvoertuig loodrecht op de auto af. De Audi gaat volop in de remmen, het testvoertuig maakt een uitwijkmanoeuvre. „Dat zou in de praktijk dus nooit goed zijn gegaan.”
Deel twee. De TNO-onderzoekers schakelen het zogenaamde ”stop and go”-systeem op de bumper in. De reactiesnelheid loopt hiermee terug tot eentiende van een seconde. Het ritueel herhaalt zich. De snelheid loopt op, de afstand neemt af. Remmen! Op een riante afstand van elkaar komen de twee tot stilstand. „Ruim voldoende.” De techniek heeft zich bewezen.
TNO heeft de vierkante testvoertuigen -„voor enkele tonnen”- zelf ontwikkeld. Het voertuig, met een vermogen van 30 kW, kent vierwielaandrijving en vierwielbesturing. Alle wielen kunnen 360 graden draaien. Het vehikel kan volledig computergestuurd rijden. De maximumsnelheid ligt op 50 kilometer per uur, de maximumacceleratie op 10 meter per seconde. Daarmee is zijn snelheidsopbouw groter dan van een Porsche 911.
Met de testvoertuigen wil TNO intelligente voertuigsystemen verder ontwikkelen. ”Brake assistant”, ”lane assistant”, ”adaptive cruise control”, ”stop and go”-systeem, ”collision warning”, ”drive by wire” en ”voertuig-voertuigcommunicatie” zijn nu nog maar „mondjesmaat” op de markt. „De meeste concepten zijn er. Maar wij willen hiervan betaalbare productieversies ontwikkelen voor de automobielindustrie. Deze elektronische hulpmiddelen zijn nog onbetaalbaar.”
Het bijzondere aan het nieuwe autolab is de combinatie van simulatie en werkelijkheid, legt Kusters uit. „We kunnen alle weggebruikers regisseren en op elkaar laten reageren. Op de computer kunnen we elk gewenste verkeerssituatie nabootsen én dit tegelijkertijd in werkelijkheid testen. De robot kan heel extreme manoeuvres maken, meer dan een gewone auto.”
Het systeem is uniek in de wereld. De voordelen zijn groot: veilig, goedkoop en efficiënt. „We kunnen hier tot aan de grens gaan én tot over de grens.” TNO kan tests eindeloos herhalen, desgewenst met een variatie van enkele centimeters. „De robotvoertuigen werken op de 2 centimeter nauwkeurig.” In de testbaan bevinden zich duizenden magneten, waarmee zij hun positie kunnen bepalen.
De mogelijkheden zijn groot. „Mensen zijn fantastische bestuurders met een grote reactiesnelheid en een enorme geheugencapactiteit. Maar wij letten niet altijd op. Daarom kunnen we best een beetje elektronische hulp gebruiken. Elektronica is altijd wakker.”
De bouw van het Vehil-lab heeft 10 miljoen euro gekost. Klanten heeft TNO vooralsnog niet. „We moeten eerst bewijzen dat we iets kunnen.” Kusters ziet op korte termijn het meeste succes voor een stop and go-systeem, een fileautomaat die de auto automatisch tot stilstand brengt als de afstand tot de voorligger te klein wordt. „In 2005 moet dit productiegereed kunnen zijn.”
Het aantal verkeersdoden zou door intelligente voertuigsystemen met 10 procent kunnen dalen, het aantal files met 10 tot 15 procent verminderen.