Het Openbaar Ministerie (OM) besloot eerder niet tot vervolging over te gaan omdat onderzoek van de rijksrecherche had uitgewezen dat H. uit noodweer had geschoten. Na een klachtprocedure bij het hof, aangespannen door het slachtoffer, kreeg het OM alsnog de opdracht de betrokken agent voor de rechter te brengen.

Het incident deed zich voor in de flat Grunder in de Bijlmermeer. H. en een collega waren op een melding van een mogelijk escalerende ruzie afgekomen. Het latere slachtoffer, K.M., had de politie zelf ingeschakeld. Hij had ruzie met zijn vriendin. Bij de woning was sprake van een zeer gespannen situatie, waarbij M. met een mes zwaaide en zijn vriendin dreigde neer te steken. Bevelen zijn wapen neer te leggen negeerde M. Agent H. zag zich daarop genoodzaakt tweemaal te schieten.

M. raakte door de kogels vanaf zijn middel verlamd en belandde in een rolstoel. De agent staat terecht op verdenking van poging tot doodslag.