Stichting wil waarde gereformeerde erfgoed van Kampen doorgeven
KAMPEN. Een kwarteeuw geleden was Kampen een door en door gereformeerde stad. Met universiteiten, hogescholen en uitgeverijen. Bijna allemaal vertrokken ze in de afgelopen jaren. Wat is de erfenis uit die tijd? En hoe koester je die? Over deze vragen buigt zich een nieuwe stichting, die zich maandag presenteerde.
Eén voor één gingen ze: de christelijke hogescholen naar Zwolle, uitgeverij Kok naar Utrecht en de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) naar Amsterdam en Groningen.
Vandaag resteren er in Kampen vooral lege gebouwen. Rond de Bovenkerk staan de verlaten panden van de universiteit. Een kilometer verderop staat de Van Heutzkazerne, waar meer dan tien jaar geleden de laatste student van de Hogeschool voor de Kunsten het licht uitdeed. Elders zijn er de leegstaande panden van uitgeverij Kok en drukkerij Zalsman, bedrijven die meegroeiden met de opkomst van de gereformeerde zuil, maar ook meeveranderden met de teloorgang ervan.
De vraag wat te doen met de panden is nog niet beantwoord, zegt oud-docent kerkgeschiedenis aan de PThU Jaap van Gelderen. Hij leidde bij de start van de stichting maandag belangstellenden rond in Kampen. De Van Heutzkazerne moet ook een publieke functie krijgen. De Stichting Gereformeerd Erfgoed Kampen opteert voor een eigen herinneringsruimte in de Van Heutzkazerne, aldus voorzitter Bert Endedijk.
De oud-directeur van uitgeverij Kok rept daarnaast van studiebijeenkomsten, lezingen, kerkhistorische wandelingen en informele ontmoetingen die de stichting wil organiseren. „We willen geen heimwee koesteren, maar levend houden wat achter ons ligt met het oog op wat komt.”
Het vertrek van de PThU uit Kampen vormde het startsein om na te denken over de oprichting van de stichting. In de Burgwalkerk in Kampen presenteerde de stichting maandag zichzelf. Omlijst door muzikale intermezzo’s en een „causerie” van kerkhistoricus Van Gelderen. Met behulp van een haperende beamer belichtte deze de eerste tien jaar van de Kamper gereformeerde universiteit, die in 1854 begon als Theologische School. Vanaf het begin fungeerde deze als emancipatie-instelling, aldus Van Gelderen. „In Kampen moest de boer eruit. Eenvoudige jongens gingen zich buigen over levensvragen.”
In 1969, toen voorzitter Endedijk als student in Kampen arriveerde, bleken er heel andere zaken te spelen. „De universiteitsrevolutie van 1968 lag achter ons. Een van de studenten in Kampen was raadslid voor de communistische CPN.” Hoewel de Burgwalkerk op zondag nog stampvol zat, begon de rol van theologie te marginaliseren, zegt Endedijk.
Toch bloeide de Theologische Hogeschool in Kampen tussen 1970 en 1990 als nooit tevoren, aldus Endedijk. Dat daarvan vandaag niets resteert in de Overijsselse stad kan worden uitgelegd als een „voltooide emancipatie” van de gereformeerden, of het „verdampen van een traditie”, aldus Endedijk. „De stichting heeft geen pretentie een antwoord te geven op vragen daaromtrent. Wel menen we dat het helpt verbindingen te maken met verleden. Het vuur dat 150 jaar brandde, heeft toekomstige generaties iets te zeggen.”