Friese vertaling van de Heidelbergse Catechismus gepresenteerd
FRANEKER. Een Friese vertaling van de Heidelbergse Catechismus, is die nu wel zo nodig? Ja, zegt ds. David de Jong, voorzitter van het deputaatschap Fryske Earstjinsten (deputaatschap Friese erediensten, red.) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.
„Fries is de taal waar ik in denk en voel. Als ik de catechismus in het Nederlands lees, denk ik: Had ik dat maar in het Fries geleerd. De catechismus gaat over zaken van het hart, had ik die ook maar geleerd met de taal van mijn hart.”
Ds. De Jong zei dit zaterdagmiddag in de oude Martinikerk in het centrum van Franeker tijdens een feestelijke bijeenkomst waarop de Friese vertaling van de Heidelbergse Catechismus werd gepresenteerd. Het eerste exemplaar werd aangeboden aan prof. dr. H. van den Belt, bijzonder hoogleraar gereformeerde godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en Fries van geboorte.
Aansluitend verzorgde prof. Van den Belt een lezing over de historische context van de catechismus. Hij ging hierbij in op het gebruik van de catechismus in Franeker. Prof. Van den Belt vergeleek het denken van de puritein William Ames (1576-1633) met het denken van de omstreden Balthasar Bekker (1634-1698), twee theologen die werkzaam waren in Franeker, rondom zondag 7, die handelt over het geloof.
Prof. Van den Belt liet zien dat de catechismus een intrinsieke spanning kent. „Aan de ene kant mogen alle kinderen zeggen dat ze het eigendom van Christus zijn. Aan de andere kant spreekt de catechismus van een oprecht geloof. Er zijn ook hypocrieten in de kerk.”
Dit oprechte geloof bestaat voor de puritein niet uit kennis, maar uit een vast vertrouwen. Als men in de bekende gereformeerde drieslag kennis, toestemmen en vertrouwen het volle gewicht legt op het vertrouwen, is er volgens de Groningse hoogleraar sprake van een „beslissende draai.” „Waar Calvijn spreekt van een vaste en stellige kennis, legt Ames alle nadruk op de wil en het gevoel. Dit doet erg modern aan en hij staat hiermee aan de basis van de evangelicale geloofsopvatting.”
Volgens prof. Van den Belt behandelt Bekker het geloof juist in de lijn van het gereformeerd gedachtegoed door het geloof in het kader van het verbond te plaatsen en niet het volle gewicht te leggen op het gevoel. Hij concludeert dan ook: „Ik draai hier in Franeker de rollen om: Balthasar Bekker is een oude schrijver en William Ames is een modern theoloog.”
Waar prof. Van den Belt het historische gebruik van de catechismus belichtte, ging prof. dr. C. van der Kooi, hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, in op de dogmatische lijnen van de Heidelbergse Catechismus. Prof. Van der Kooi legde vooral de nadruk op de grote rol van de Heilige Geest in de catechismus. Daarnaast benadrukte de Amsterdamse dogmaticus de radicaliteit van de catechismus: „De catechismus is een middel van geestelijke vorming, het gaat over de overgang van het ene naar het andere rijk.”
Naast het aanbieden van de catechismus en de beide lezingen, was er livemuziek van de Friese muzikante Grytsje Kingma en stond er een stadswandeling op het programma.
Het deputaatschap Friese erediensten, dat in 2005 begon als werkgroep, heeft inmiddels behalve van de catechismus vertalingen verzorgd van onder andere de Nederlandse Geloofsbelijdenis, het doopformulier en verschillende psalmen en liederen. Er wordt nu gewerkt aan de vertaling van het nieuwe Liedboek. Een vertaling van de Dordtse Leerregels staat volgens het deputaatschap in de steigers.