Kabinet: Jeugdzorg moet passen bij godsdienstige identiteit
DEN HAAG. Het kabinet is bereid nog nadrukkelijker in de nieuwe Jeugdwet te verankeren dat de (gedwongen) jeugdzorg zo veel mogelijk moet aansluiten bij de godsdienstige gezindheid en de levensovertuiging van de jeugdige en zijn ouders.
Dat heeft staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) donderdag toegezegd aan ChristenUnie en SGP.
De nieuwe jeugdwet hevelt de jeugdzorg vanaf 2015 over van provincies naar gemeenten. In de wet staat dat colleges van B en W tijdig contracten moeten sluiten met jeugdzorgaanbieders, zodat passende hulp voor jeugdigen die daarvoor in aanmerking komen daadwerkelijk beschikbaar is.
Teeven voegt daar nu aan toe dat de jeugdhulp en de instellingen die op last van de rechter een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoeren, moeten passen bij de achtergrond van de jeugdige en zijn ouders. Dat betekent niet dat colleges rechtstreeks met al deze instellingen in zee hoeven te gaan. Ze kunnen ook regelen dat de instellingen waarmee ze een contract hebben de identiteitsgebonden zorgaanbieders inhuren als onderaannemer.
De SGP wil in de wet ook expliciet opnemen dat colleges hulp beschikbaar moeten stellen bij relatieproblemen van de ouders die negatieve effecten hebben op de opvoeding. Het kabinet is daartoe bereid, maar laat het oordeel aan de Tweede Kamer. „In de jeugdzorg wordt niet aan relatiebemiddeling gedaan, maar als kinderen in problemen zouden komen door de relatie wordt er hulp geboden”, aldus staatssecretaris Van Rijn (VWS) donderdag.