Buitenland

Naarstige zoektocht naar Turkse connectie al-Qaida

Een zakboekje met instructies in het Turks voor het plegen van zelfmoordaanslagen, gevonden in een verlaten al-Qaida-kamp in Afghanistan, was het eerste tastbare bewijs van het bestaan van banden tussen militante groepen in Turkije en het terreurnetwerk van Osama bin Laden.

Selcan Hacaoglu (AP)
19 November 2003 08:10Gewijzigd op 14 November 2020 00:44

Sinds de vondst van het boekje, eind 2001, zijn de Turkse autoriteiten op zoek naar connecties tussen Turkse militante moslims en al-Qaida. Na de bloedige zelfmoordaanslagen op twee synagogen in Istanbul van afgelopen zaterdag is het zaak dat die zoektocht snel resultaat oplevert.

De dubbele aanslag, waarbij met de twee daders meegerekend 25 mensen omkwamen, is opgeëist door al-Qaida, maar of de claim authentiek is moet nog worden onderzocht. Ziad Abdelnour, een deskundige op het gebied van internationaar terrorisme, acht het heel wel mogelijk. „De betrekkingen zijn zowel breed als diep”, zegt hij. „Van al-Qaida is bekend dat het uitgebreide betrekkingen onderhoudt met elke militante islamitische groepering in de wereld, of het nu in Turkije is of ergens anders.”

Twee Turken, van wie er één verscheidene malen naar Iran is geweest om zich te bekwamen in bomaanslagen, zouden zijn geïdentificeerd als de bestuurders van de met explosieven geladen bestelwagens waarmee de aanslagen van zaterdag werden gepleegd. De Turkse autoriteiten zeiden nog te wachten op het resultaat van DNA-onderzoek dat uitsluitsel moet geven over de identiteit van de bestuurders. Maar minister van Buitenlandse Zaken Abdullah Gül zei dat er hoogstwaarschijnlijk sprake is van een connectie met een organisatie in Afghanistan en dat het onderzoek mogelijk zal uitkomen bij al-Qaida.

Net als Afghanistan is Turkije een overwegend islamitisch, maar niet Arabisch land. De meeste Turken beschouwen Bin Laden als een misdadiger, maar een kleine groep radicale moslims staat achter hem. Het is bekend dat er radicale moslims uit Turkije hebben gevochten in Afghanistan, Bosnië en Tsjetsjenië.

Turkije, het enige islamitische NAVO-lid en steunpunt van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten, wordt door Iran en zijn Arabische buren Irak en Syrië zwaar aangevallen om de goede betrekkingen die het sinds de jaren ’90 met Israël onderhoudt. Turkije benadrukt dat de militaire samenwerking met Israël niet tegen andere landen is gericht, maar dat maakt geen indruk op de extremisten in het Midden-Oosten. „De Turkse vriendschap met Israël en de VS maakt het land altijd kwetsbaar voor terreuraanslagen”, zegt Nihat Ali Ozcan, een Turkse terrorismedeskundige.

De aantekeningen die in het trainingskamp Darunta in de oostelijke Afghaanse stad Jalalabad zijn gevonden en die kennelijk zijn gemaakt tijdens een les, bevatten naast instructies voor zelfmoordaanslagen ook uitleg over hoe je iemand die in een auto rijdt kunt doden vanaf een rijdende motorfiets.

Volgens Abdelnour hebben de Turkse autoriteiten schromelijk onderschat waar lokale groepen met steun van al-Qaida toe in staat zijn. De aanslagen zijn in Turkije gepleegd, zegt hij, „omdat al-Qaida en hun plaatselijke bondgenoten daar een zwakke plek in de veiligheid hebben ontdekt en de gelegenheid te baat hebben genomen.”

De verboden Turkse radicale moslimgroep IBDA-C (Het Groot Oostelijk Front van Islamitische Strijders) heeft ook de verantwoordelijkheid opgeëist voor de aanslagen op de synagogen. De Turkse autoriteiten geloven daar niet in, omdat zij de groep niet in staat achten zo’n grote aanslag uit te voeren. Maar het persbureau Anatolia zei dat een van de twee omgekomen daders lid was van IBDA-C.

Het zeer antisemitische en antichristelijke strijdersfront is actief sinds de jaren ’70. De afgelopen tien jaar is het steeds gewelddadiger geworden en heeft het bloedige aanslagen gepleegd in de grote steden en intellectuelen die Turkije seculier willen houden vermoord met zelfgemaakte bommen.

De Turken leven al tientallen jaren met terreur. Ook Koerdische en linkse groepen hebben al vele zelfmoordaanslagen gepleegd in de grote steden. De dubbelaanslag van zaterdag was de eerste dodelijke aanslag op Joodse doelen sinds 1986. In dat jaar werd een van de zaterdag getroffen synagogen, Neve Shalom, door vermoedelijke Palestijnen onder vuur genomen en kwamen 22 bezoekers om het leven. In 1992 was de synagoge nogmaals het doelwit van een aanslag, ditmaal door de Turkse Hezbollah, een door Iran gesteunde organisatie die losstaat van de Libanese Hezbollah. Daarbij vielen echter geen slachtoffers.

Bronnen in Zuidoost-Turkije, waar de meeste Koerden wonen, zeiden dat de bestuurders van de bomauto’s afkomstig waren uit de provincie Bingol, een bolwerk van de Turkse Hezbollah. De Hezbollah heeft tien jaar lang huisgehouden onder de Koerden in Zuidoost-Turkije. Koerdische tegenstanders werden, vaak na marteling, geëxecuteerd met een schot in het hoofd of een haal met een lang mes, het „zwaard van de islam.” Bij de gebouwen van waaruit Hezbollah opereerde zijn tientallen lijken gevonden.

Minister van Defensie Cemil Cicek zegt dat verschillende landen gastvrijheid hebben verleend aan „bloedige terroristen” uit Turkije, maar hij wil geen namen noemen. Een vaak gehoorde naam is die van Muhammed Metin Kaplan, een vanuit Duitsland opererende radicaal, die nu gevangenzit. Volgens de Turkse autoriteiten beraamde Kaplan, wiens in Keulen gevestigde groep Kalifaatstaat in 2001 door Duitsland werd verboden, in 1998 een mislukt plan om een met explosieven geladen vliegtuig te laten neerstorten op het mausoleum van Mustafa Kemal Atatürk, de stichter van het huidige, seculiere Turkije.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer