„Nog te vroeg voor euforie over woningmarkt”
AMSTERDAM (ANP). De Nederlandse huizenmarkt lijkt misschien in algemene zin wat tekenen van voorzichtig herstel te vertonen, maar echt structureel is dat nog niet. Bovendien zijn de regionale verschillen enorm. Dat benadrukte voorzitter Ger Hukker van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) donderdag in een toelichting op de woningmarktcijfers over het derde kwartaal.
Hukker wil naar eigen zeggen waken voor „al te veel euforie” over de huizenmarkt. Het aantal transacties stijgt al twee kwartalen op rij maar voor de prijzen geldt dat nog niet. „Ze dalen niet meer zo hard, maar het is niet realistisch om te denken dat ze binnenkort weer tot in de hemel gaan stijgen”, concludeert de NVM-voorzitter. Hij wees daarbij op de dalende koopkracht, de stijgende werkloosheid en de mogelijke effecten van nieuwe bezuinigingen.
Daar komt bij dat in sommige regio’s nog helemaal geen sprake is van herstel. „Ik zie een markt met veel verschillende gezichten”, zei Hukker. „Ja, in Amsterdam-Zuid stijgen de prijzen weer. Maar bijvoorbeeld in Assen of Ruurlo zie je een totaal andere woningmarkt. Wij kunnen wel zeggen dat het beter gaat, maar er zijn heel veel mensen die zich daar nog helemaal niet in zullen herkennen.”
Behalve in Amsterdam gaat het met name in Leiden en de Zaanstreek de goede kant op. Ook de stad Groningen doet het prima. Dat gaat echter ten koste van sommige omliggende gebieden. Het noordoosten van Groningen en het oosten van buurprovincie Friesland behoren tot de regio’s waar de markt zich het slechtst ontwikkelt, samen met delen van de Achterhoek.
De grote verschillen tussen stad en platteland waren volgens Hukker voor de woningmarktcrisis 5 jaar geleden losbarstte ook al zichtbaar en daar zal niet snel verandering in komen. „De trek naar de Randstad is al langer aan de gang en zal de komende 10 tot 20 jaar onverminderd aanhouden”, voorspelde de NVM-voorman. In de krimpgebieden zal enig herstel dan ook later komen en minder sterk zijn dan in de groeiregio’s.