Steeds meer privégegevens politici openbaar
Politici zetten steeds vaker hun privéleven in de schijnwerpers. Daarmee hopen ze kiezers te winnen, maar dat lukt niet altijd.
„Ik word de eerste homopremier van Nederland.” Dat stelde Pim Fortuyn in 2001 in een boulevardblad. Hij kreeg geen gelijk, want nog geen jaar later werd hij vermoord. Maar de LPF’er wist met deze en andere persoonlijk getinte opmerkingen wel veel aandacht te trekken. In zijn boek ”De puinhopen van acht jaar paars” wisselen politiek en privé zich moeiteloos af. Wie zich maar even in de aanstaande politicus verdiepte, kon alles te weten komen over zijn huis, zijn twee hondjes, zijn Daimler met chauffeur en zelfs van zijn seksuele uitspattingen. Hij vertelde er schaamteloos over en journalisten registreerden het zonder gêne.
Afgezien van het vele immorele dat Fortuyn op die manier naar buiten bracht, zette hij wel een trend. Ook andere politici laten sinds die tijd beduidend meer zien van hun privéleven. Als een partij een nieuwe lijsttrekker of partijleider krijgt, denken zijn voorlichters er goed over na hoe ze de menselijke kant van hun voorman voor het voetlicht kunnen krijgen. Dat leidt meestal tot een of meer persoonlijk getinte interviews.
Wat Fortuyn deed, was niet volstrekt nieuw. Het ging eerder om een nieuwe fase in een ontwikkeling. De eerste klachten over de personalisering van de politiek dateren al vanaf de eerste verkiezingen na de Grondwet van 1848. Tweede Kamerleden werden toen gekozen via een districtenstelsel. Uiteindelijk kwam degene die de meeste stemmen had in een district, in het parlement. Kiezers klaagden toen al dat niet de politieke ideeën van de kandidaten, maar hun persoonlijkheid de doorslag gaf.
Die klacht verdween niet toen ons land in 1917 een stelsel van evenredige vertegenwoordiging kreeg. Kiezers moesten toen op partijlijsten stemmen, en het gevolg daarvan was dat er grote aandacht kwam voor de lijsttrekker. Het gevoel ”dit is er een van ons”, beperkte zich voornamelijk tot de zuil. Bekend zijn de verkiezingen van 1933 en 1937, toen ARP-lijstaanvoerder Colijn –een sterke persoonlijkheid– als „schipper naast God” ook buiten de eigen kring populair was. Een uitzondering in die tijd.
Maar veel gegevens uit het particuliere leven van de politici kwamen in die tijd niet naar buiten. De regel was dat journalisten daar terughoudend mee omgingen. En als zij dat niet deden, waren het de politici zelf die ervoor zorgden dat ze niet te veel over zichzelf loslieten. Een verslaggever van De Groene Amsterdammer probeerde in de serie ”Onze politici thuis” eens allerlei persoonlijke gegevens te ontlokken aan de toenmalige leider van de SDAP, Drees. Maar de pogingen mislukten jammerlijk.
Na de Tweede Wereldoorlog gingen de partijen geleidelijk inspelen op de krachtige persoonlijkheden die de lijsttrekkers in die tijd waren. De verkiezingsleus van de PvdA halverwege de jaren vijftig, toen Drees dé leider van de socialisten was, luidde niet: ”PvdA, uw vertrouwen waard”, maar: ”Drees, uw vertrouwen waard”. Drees deed het in die tijd goed, niet alleen bij socialisten, maar ook onder andere bevolkingsgroepen. Bij wijze van uitzondering liet Drees zich eenmaal met zijn vrouw fotograferen op het strand. Maar een inkijkje in het privéleven was er niet bij.
Dat veranderde langzaam in de jaren zestig. „Mede door de televisie wordt een partij tegenwoordig meer gekend aan het gezicht van haar lijsttrekker dan aan haar beginselprogram of verkiezingsmanifest”, zo stelde VVD-coryfee Wiegel in 1968. Daarbij sloot de leus van de PvdA om in 1977 zijn leider Den Uyl aan de man te brengen, naadloos aan: ”Kies de minister-president”. De christendemocraten volgden die trend. In 1986 verzonnen zij de leus: ”Laat Lubbers zijn karwei afmaken”.
Tot het eind van de 20e eeuw brachten politici sporadisch gegevens uit hun privéleven naar buiten. Die gegevens kwamen er soms wel, maar dan door derden. Dan ging het meestal om misstappen die politici begingen, zoals dronkenschap en overspel.
Fortuyn zette in 2000 een nieuwe trend door actief zijn exorbitante privéleven naar buiten te brengen. Andere politici zagen dat het werkte en bleven niet achter. Maar niet alleen nieuwe lijsttrekkers doen mee aan de trend. Ook de ‘oude’ moeten er soms aan geloven. Zo portretteerde de Evangelische Omroep enkele jaren geleden uitvoerig toenmalig SGP-fractievoorzitter Van der Vlies. Hij moest een menselijker gezicht krijgen na alle negatieve publiciteit over de plaats van de vrouw in de partij.
Boulevard- en vrouwenbladen doen als ze de kans krijgen ook mee. In 2007 gaf toenmalig VVD-leider Rutte een openhartig interview aan het vrouwenblad Viva met daarin een aantal pikante onthullingen. Blijkbaar had hij daarvan later spijt want toen Rutte in 2010 aantrad als premier, kreeg het vrouwenblad het vriendelijke, maar dringende verzoek om niets meer met het interview te doen.
De televisie speelt een hoofdrol in de personalisering. Kamerleden zijn regelmatig te gast in praatprogramma’s waarin ze een inkijkje geven in hun familieaangelegenheden en hun gevoelens. Ze willen daarmee laten zien dat ze mensen van vlees en bloed zijn. Politici vinden die belangstelling meestal prachtig. De meesten zijn onverzadigbaar als het gaat om media-aandacht.
Ook internet biedt nieuwe kansen. Daarin presenteren politici zich zonder tussenkomst van journalisten aan de buitenwereld. Via persoonlijke websites, weblogs en Twitter laten ze zien waar ze zoal mee bezig zijn in hun privéleven. Dan gaat het onder meer over hardlopen, de eerste stapjes van de baby en dergelijke.
Bij de kleine christelijke partijen zijn boekjes populair. ChristenUnielijsttrekker Slob schreef vooraangaand aan de verkiezingen van vorig jaar een persoonlijk getint geschrift. Voorop staat hij gefotografeerd met een paar schaatsen, die met de veters aan elkaar zijn geknoopt en om zijn nek hangen. Toen SGP-Kamerlid Van der Staaij nog ‘gewoon’ Kamerlid was, schreef hij samen met zijn vrouw een boekje over de adoptie van hun kinderen.
De personalisering blijkt soms te werken. PvdA-voorman Samsom figureerde in de zomer van 2012 in een campagnefilmpje waarin ook zijn vrouw en hun gehandicapte dochter Benthe in beeld komen. Voor laatstgenoemden doet de PvdA’er het allemaal, zo liet hij zijn kiezers weten. Vluchtig gaf hij zijn vrouw een kus en stapte net als zijn dochter op de fiets. Het hielp Samsom mede aan een flinke verkiezingswinst in september vorig jaar.
Het geven van een inkijkje in het privéleven kan ook verkeerd uitpakken. Een dergelijke uitzending kan het beeld van iemand versterken, maar ook verzwakken. Dat laatste gebeurde in 1989, toen de VVD er in de peilingen slecht voor stond en de campagneleiders bedachten dat het goed was om Nederland een kijkje te geven in het familieleven van lijsttrekker Voorhoeve. Maar het werd een regelrechte mislukking. De VVD’er musiceerde op zijn waldhoorn. De gezichtsuitdrukking van zijn kinderen leek op die van sfinxen. Als hoogtepunt liep Voorhoeve dollend op het strand in hilarische vrijetijdskleding. „Te veel broek om te weinig been. Alles te schlemielig om ook maar één stem extra binnen te halen”, schreef een criticaster.
De PvdA’er Samsom kreeg afgelopen zomer bakken kritiek over zich heen nadat hij bekendmaakte van zijn vrouw te scheiden. Hij bleek een relatie te hebben met zijn voorlichtster, Saar van Bueren. Toen herinnerde ieder in Den Haag zich weer het campagnefilmpje van een jaar geleden waarin de PvdA’er zich presenteerde als familieman.
Toch zullen deze mislukkingen de opmars van privégegevens van politici niet stuiten. Diverse partijcommissies die nederlagen onderzochten, wijzen op het belang van leiderschap met emotie. Oud-CDA-burgemeester Leers zei het enkele jaren geleden tijdens een lezing zo: „Op die bühne staat een mens, daar staat geen machine, en we zullen deze mens aanraken, aanbidden, toejuichen, uitjoelen, verafschuwen of verstoten.”
„We leven in een emotiecultuur”
Wie alles weet van de achtergronden van de toenemende personalisering in de politiek, is prof. dr. Gerrit Voerman. Hij is historicus en sinds 2011 hoogleraar ontwikkeling en functioneren van het Nederlandse en Europese partijstelsel aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Leidt de emotiecultuur tot extra aandacht voor het privéleven van politici in de media?
„We leven inderdaad in een emotiecultuur. Op internet staan vele ontboezemingen in woord en beeld. Politici volgen op afstand, maar doen wel mee. Ze denken daarmee kiezers te winnen.”
Is desinteresse van de bevolking voor de politieke inhoud ook een reden?
„Ik weet niet of er sprake is van desinteresse. Wat je wel ziet, is dat de band tussen kiezer en partij steeds losser wordt. Dat leidt tot enorme verschuivingen bij verkiezingen. De losse band leidt er ook toe dat de persoon van de lijsttrekker belangrijker wordt. Kiezers beoordelen de leider niet alleen op de politieke inhoud, maar willen ook weten wat zijn persoonlijk kwaliteiten zijn.”
Welke invloed hebben politieke partijen?
„Het aantal leden van politieke partijen neemt al jaren af. Om leden meer invloed te geven, besloten de meeste partijen lijsttrekkersverkiezingen te organiseren. Het gevolg daarvan is dat de lijsttrekker meer in de schijnwerpers komt te staan dan de partij.”
Waarom neemt de personalisering van politici na 2000 zo’n vlucht?
„Het heeft te maken met de tijd waarin we leven. Talkshows bevragen steeds vaker politici over hun privéleven. Fortuyn vertelde veel over zijn privéleven, en dat leidde tot navolging. Internet en Twitter bieden de mogelijkheden voor privé-uitingen, ook als de traditionele media geen belangstelling tonen.”
Waar eindigt deze ontwikkeling?
„Dat is lastig te zeggen. Ik verwacht de positie van partijen verder zal afkalven en dat de importantie van lijstrekkers verder zal toenemen. Campagnes zullen een nog belangrijker rol gaan spelen. Daar is veel te winnen, want kiezers wisselen steeds gemakkelijker van partij. Zij het wel dat ze meestal binnen het linkse of het rechtse blok blijven.”
Zijn journalisten te happig om over het privéleven van politici te publiceren?
„In zijn algemeenheid is de Nederlandse journalistiek terughoudend om over privézaken te publiceren. Maar waar journalisten wel op letten, is of de persoonlijke leefwijze in overeenstemming is met de visie die iemand uitdraagt. Staatssecretaris De Vries van Defensie moest aftreden omdat hij als CDA’er overspel pleegde. Ook over socialisten die hun zakken vullen, gaan journalisten schrijven. En er waren ook vragen voor de PvdA’er Samsom, die zich in de campagne van 2012 opstelde als gezinsman, maar een jaar later zijn vrouw verliet voor zijn voorlichter.
Journalisten kunnen ook te ver gaan. Ik herinner me dat een opinietijdschrift ging graven in het huishoudelijk afval van politici. Dat is weerzinwekkend.”