In die agenda staat onder meer dat Nederland mikt op 40 procent minder CO2-uitstoot in 2030 (ten opzichte van de hoeveelheid uitstoot in 1990). In Brussel moeten de klimaatdoelen voor 2030 nog worden vastgelegd. Daarnaast gaat Mansveld in de agenda in op de manier waarop Nederland zich moet weren tegen de hogere temperaturen en de stijgende zeespiegel. „Maar het zou ontzettend zonde zijn als we onze kennis op deze gebieden niet vermarkten”, zei Mansveld. „Dat moet dus ook gebeuren.”

De staatssecretaris wil af van de discussie of het nu wel of niet klopt dat de mens verantwoordelijk is voor de klimaatverandering. „We moeten nu iets gaan doen. We kunnen niet gaan zitten wachten tot 2050 om te kijken wie er gelijk heeft.” Ze vergelijkt de klimaatverandering met een tanker. „Die moet je op tijd bijsturen als je van richting wilt veranderen.”

Bovendien is er dus geld te verdienen aan de oplossing van klimaatproblemen. Dan moet volgens Mansveld niet alleen worden gedacht aan het bouwen van dijken, maar ook aan uitdagingen op het gebied van milieu, landbouw en energie. „En door de stijging van de zeespiegel kan op sommige plaatsen geen voedsel meer worden verbouwd. Daar moet een oplossingen voor worden bedacht. Zo ook voor de komst van de tijgermug of andere soorten exotische dieren die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.”

Hoeveel geld klimaatondernemerschap gaat opleveren, weet Mansveld niet. „Dat is nog niet doorgerekend.” De komende jaren moet door onderzoek wel duidelijk worden hoeveel euro’s Nederland met deze aanpak in de wacht kan slepen.