Zelfzorg uitgangspunt nieuwe WMO
DEN HAAG. Thuis wonende ouderen die behoefte krijgen aan zorg moeten eerst in kaart hebben gebracht wat zij zelf kunnen doen, voordat zij bij de gemeente aankloppen.
Deze zelfzorg is een leidend beginsel in de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die als het aan het kabinet ligt in 2015 in werking treedt. Dat valt op te maken uit de conceptwet die staatssecretaris Van Rijn (VWS) woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Gemeenten mogen vanaf 2015 van de burger verwachten dat deze zich maximaal inspant „en eventueel stappen zet die wellicht niet zijn eerste keus zijn”, aldus Van Rijn.
Om hulpvragen goed te kunnen beoordelen, moeten burgers gemeenten „actief” informeren over de potentiële inzet vanuit hun familie- en vriendenkring. Ook moeten zij de gemeente met deze gezins- en familieleden in contact brengen, als de betrokken ambtenaar dat voor een goede beoordeling wenselijk acht.
Op dit moment moeten burgers alleen bij gemeenten aankloppen als zij behoefte hebben aan huishoudelijke hulp. De nieuwe WMO maakt gemeenten ook verantwoordelijk voor persoonlijke verzorging (hulp bij douchen,
aankleden, of ogen druppelen), dagbesteding en begeleiding. Deze zorg wordt nu nog gefinancierd uit de AWBZ en is een verzekerd recht.
In de nieuwe WMO komen termen zoals begeleiding, dagbesteding en persoonlijke verzorging niet meer voor, zo schrijft Van Rijn. Burgers schetsen hun beperkingen, de gemeente vertaalt hun relaas in een hulpvraag en zoekt samen met de burger naar een oplossing, zo is de nieuwe filosofie. Wie eenmaal gemeentelijke hulp ontvangt, kan niet worden gedwongen tot een tegenprestatie. Passend is het volgens Van Rijn wel als gemeenten de mogelijkheden daartoe in kaart brengen. Zo zouden ouderen op de voorschoolse opvang kunnen voorlezen aan kinderen met een taalachterstand.
Door de AWBZ-zorg te vervangen door gemeentezorg denkt het kabinet vanaf 2015 jaarlijks ruim 1,5 miljard euro te kunnen besparen. Daar komt nog ruim een half miljard euro bij omdat de midden- en hogere inkomens vanaf 2015 zelf moeten betalen voor huishoudelijke hulp.