SCP: Inkomen grootste nationaal probleem
RIJSWIJK (ANP) - De economie en het eigen inkomen zijn voor Nederlanders op het ogenblik belangrijker dan sociale vraagstukken als veiligheid, criminaliteit en integratie. Voor het eerst sinds het begin van de crisis (2008) wordt de economie bovenaan het lijstje nationale problemen geplaatst. Dat constateert het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in de jongste peiling van de stemming onder de bevolking. Slechts 47 procent geeft onze huidige economie een voldoende.
55 procent van de bevolking verwacht de komende maanden een verslechtering van de economische situatie, 29 procent van zijn eigen financiële situatie. Dat laatste is overigens minder somber dan eind 2012, toen 35 procent minder uit te geven dacht te hebben. De tevredenheid met de eigen financiële situatie blijft desondanks hoog. Vier vijfde van de bevolking geeft zijn eigen financiële positie een voldoende.
19 procent van de Nederlanders noemt de economie het grootste nationale probleem. 16 procent zet de sociale omgangsvormen en maatschappelijke vraagstukken bovenaan. Daarna volgen het vertrouwen in politiek en bestuur (12 procent), gezondheids- en ouderenzorg (10 procent) en werkgelegenheid (8 procent). Integratie en immigratie zijn naar de achtergrond gedrongen als belangrijk maatschappelijk thema.
Het Continu Onderzoek Burgerperspectieven van het SCP, dat elk kwartaal de stand van het land onderzoekt, stelt vast dat economische problemen nu als even groot en urgent worden ervaren als begin jaren tachtig. Destijds ging Nederland eveneens gebukt onder een slechte economie.
Het vertrouwen in de politiek en de regering is volgens het SCP tanende. 39 procent van de ondervraagden spreekt ‘voldoende vertrouwen’ uit in de regering, 45 procent in de Tweede Kamer. De voorstanders (40 procent) van het lidmaatschap van de EU zijn nog altijd groter dan het aantal tegenstanders (28 procent).
De doorsnee Nederlander vindt tevens dat het eerder de verkeerde dan de goede kant op gaat. Nog maar een vijfde vindt dat het goed gaat met Nederland.