Economie

Groei! En politiek…

Er is al veel, wellicht al te veel gezegd en geschreven over het bezuinigingsbeleid en de gevolgen daarvan voor de economie.

Hans Stegeman
30 September 2013 09:58Gewijzigd op 15 November 2020 06:07
Foto Fotolia
Foto Fotolia

Ook ik heb me daar uitgebreid aan bezondigd. Daarnaast blijkt de afgelopen jaren keer op keer hoe gevoelig het electoraat is voor die bezuinigingsuitspattingen van diverse kabinetten. Kijk maar hoe de huidige coalitiepartners, VVD en PvdA, er in de peilingen voorstaan.

Wat daarbij onderbelicht is geweest, is dat het gebrek aan economische groei, of een lager dan gedachte groei, op zichzelf al een reden is voor politieke ontevredenheid. Zelfs zonder bezuinigings­ellende.

Illustratief hiervoor is de on-Nederlandse instabiliteit van de politieke constellatie in de afgelopen jaren. Sinds 1998 heeft geen enkel kabinet de eindstreep gehaald. En na de val van het 
vierde kabinet-Balkenende is de situatie helemaal onmogelijk geworden: eerst de gedoogconstructie, nu een kabinet zonder een meerderheid in de Eerste Kamer.

Eens te meer het bewijs dat een democratie economische groei, of in ieder geval vooruitgang, nodig heeft om te kunnen functioneren.

Benjamin Friedman legt in zijn boek ”The Moral Consequences of Economic Growth” uit 2006 uitvoerig uit waarom de politieke stabiliteit niet alleen in relatief arme landen, maar ook in ontwikkelde democratieën gebaat is bij groei.

Om het maar heel simpel uit te drukken: wij mensen zijn gevoelig voor het gevoel van beter af te zijn. Ten eerste beter af dan onze buren, maar ook beter af dan wijzelf in het verleden. Het eerste kan nooit voor iedereen gelden. Niet iedereen kan materieel beter af zijn dan zijn of haar buren. In ieder geval niet in materieel opzicht, en daar gaat het vooral om. Het tweede kan wel. Dat is economische groei. Door een gestage groei, met een nagenoeg voor eenieder toenemend welvaarts­niveau, neemt ook het gevoel van tevredenheid en/of geluk in de maatschappij toe.

Let wel, het gaat dus niet om het niveau van welvaart, maar om de toename ervan. Dit is 
politiek relevant. Zolang mensen er gemiddeld genomen op vooruitgaan, zijn ze gemiddeld genomen ook tevreden met 
de politieke constellatie. Het 
(her)verdelingsvraagstuk is minder knellend, waardoor er minder naar de overheid wordt gekeken. En dat is dus nog afgezien van het argument dat economische groei er ook voor zorgt dat de overheids­financiën makkelijker op orde zijn te houden omdat schulden defleren, doordat groei en tekorten ook bij stijgende uitgaven beter in de hand te houden zijn dankzij hogere inkomsten.

Met andere woorden: elk kabinet, van welke kleur dan ook, heeft het in een periode zonder economische groei lastig. En dat zien we in Nederland dan ook. De begroting voor 2014 bevat voor het vierde jaar op rij een omvangrijke bezuinigingsdoelstelling. Met 11 miljard euro weer een behoorlijk ambitieus pakket. En dat gaat pijn doen in de samenleving. De koopkracht zal voor velen ook volgend jaar dalen, de werkloosheid stijgt en de lasten voor het bedrijfsleven nemen toe. En doordat het gure economische weer inmiddels al enkele jaren aanhoudt, begint het steeds vaker ook echt te knellen.

De ontevredenheid richt zich, terecht of onterecht, op de politiek. Maar dalende koopkracht en reële inkomens zijn slechts deels het gevolg van Haags beleid. En daar waar jongeren dat als minder knellend ervaren, omdat zij nog wel vooruitgang verwachten door carrière te maken, vinden vooral ouderen het onacceptabel. Relatieve achteruitgang, ten opzichte van zowel de buren als hun eigen verleden.

Wat is hiervoor de oplossing? Die ligt voor de hand. Ten eerste werken aan perspectief. Voor een deel is dat een perspectief op meer economische groei. En dat doe je dus niet door het sociaaleconomisch beleid te laten gijzelen door kortetermijnbegrotings­doelstellingen. Ten tweede is dat ook werken aan een andere waardering van vooruitgang. Het gaat niet alleen om de inkomensstijging en materiële zaken. Sociale samenhang, een beter milieu, maar ook goede overheidsdiensten kunnen bijdragen aan een gevoel van vooruitgang. En dat is wellicht belangrijker dan alleen een stijging van het inkomen. Voordat we daar zijn, hebben we nog wel een lange weg te gaan. Maar het is wel een weg waaraan we moeten beginnen.

De auteur is hoofd nationaal onderzoek bij Rabobank Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer