Week tegen eenzaamheid: meer schrijnende gevallen door bezuiniging
Nederlanders zijn zich de laatste dertig jaar iets minder eenzaam gaan voelen. Maar het probleem is allerminst de wereld uit. Zeker nu de overheid fors snijdt in sociale voorzieningen zal eenzaamheid vaker tot schrijnende situaties leiden.
De Coalitie Erbij start donderdag de ”Nationale week tegen eenzaamheid 2013”. „Kijk eens om je heen: kun je een afspraak met iemand maken of iemand een duwtje in de goede richting geven?” roept Nan Stevens Nederlanders op. Stevens is emeritus hoogleraar toegepaste sociale gerontologie aan de VU in Amsterdam en hoofddocent aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
De oudste ouderen vormen een kwetsbare groep. Zij ervaren toenemende eenzaamheid, weet de hoogleraar. „Ze zijn leeftijdsgenoten kwijtgeraakt, hun gezondheid gaat achteruit en ze worden uit hun vertrouwde omgeving gehaald doordat ze verhuizen naar een seniorenwoning of zorginstelling. Dat kan uitmonden in een sociaal isolement en eenzaamheid: mensen krijgen last van concentratieproblemen, verveling en doelloosheid”, aldus Stevens.
„Sommige ouderen zijn vatbaarder voor eenzaamheid doordat ze geen partner hebben, weinig contacten onderhouden, terwijl hun gezondheid achteruitgaat. Ook bij een negatief zelfbeeld ligt eenzaamheid op de loer. Om een beeld te schetsen: 10 procent van de bevolking voelt zich erg eenzaam en 20 procent eenzaam.”
Sterke eenzaamheid komt het meest voor bij mannen en vrouwen van 35 tot 60 jaar zonder partner en bij ouderen boven de 75 jaar. „Mensen tussen de 60 en de 75 jaar zijn niet eenzamer dan andere leeftijdsgroepen.”
Stevens bespeurt de laatste jaren meer openheid om eenzaamheid bespreekbaar te maken. „Ondanks de individualisering is de eenzaamheid daardoor wel iets afgenomen, maar allerminst de wereld uit. Ouderen geven de voorkeur aan hechte, niet-oppervlakkige relaties. Gebrek aan intimiteit binnen de relaties leidt alsnog tot emotionele eenzaamheid. Daardoor kunnen ze in een isolement raken, rusteloos en angstig zijn.”
Als de problemen zich lange tijd voordoen, is er sprake van chronische eenzaamheid, aldus de hoogleraar. „Mensen raken in een vicieuze cirkel. Ze ontwikkelen eerder klachten zoals hoge bloeddruk, slaapstoornissen, eetbuien, overmatig alcoholgebruik en de neiging tot obesitas dan leeftijdsgenoten die niet eenzaam zijn. Ook verergeren dementieklachten. Eenzame mannen boven de 65 jaar lopen dan bovendien een grotere kans om te overlijden.”
Stevens ziet heil in zogeheten eenzaamheidsinterventies. „Het aanbieden van vaste, stabiele contacten is dé oplossing voor eenzaamheid op latere leeftijd. Geregeld bezoek van vertrouwde familieleden en vrienden werkt nog het beste. Dat vermindert emotionele eenzaamheid.”
Geregeld bezoek van familieleden of vrienden is echter niet voor iedereen weggelegd. In zo’n geval kunnen andersoortige interventies een oplossing bieden, zoals Esc@pe, een programma om via internet contact te onderhouden met kinderen en kleinkinderen; lotgenotencontact voor weduwen en weduwnaars; ”zin in vriendschap”: een cursus voor 55±vrouwen; en gezamenlijke activiteiten in verzorgingstehuizen zoals gespreksgroepen.
De interventies hebben in veel gevallen de eenzaamheid verminderd. „Maar niet elke interventie werkt bij elke persoon. Daarom blijft maatwerk noodzakelijk.”
Ze betreurt het daarom dat de overheid volgens haar sommige groepen onevenredig hard aanpakt. „Neem Wajongers, psychiatrische patiënten en chronisch zieken. Zij konden dankzij subsidies een tamelijk goed leven leiden. Nu raken ze door de bezuinigingen in een benarde positie.”
Verder is de uitvoering van de Algemene wet bijzondere ziektekosten op het bordje van de gemeenten terechtgekomen. Die hebben bezuinigd op de thuiszorg, terwijl ook de geestelijke gezondheidszorg is uitgekleed: eenzaamheid is geen stoornis en psychosociale problemen zijn geen reden om hulp te bieden, somt Stevens op. „Onlangs hoorde ik van een vrouw die wanhopig aanklopte bij de ggz. Ze werd echter weggestuurd, want ze was alleen maar eenzaam.”
Mensen zullen vaker een beroep doen op mantelzorg. „Die vrijwilligers zullen de noodzakelijke zorg moeten geven en minder tijd overhouden voor persoonlijke aandacht.” De hoogleraar vreest dat de bezuinigingen zullen leiden tot nog meer eenzaamheid. „Meer mensen zullen tussen wal en schip vallen. De kosten voor gezondheidszorg en verslavingszorg zullen stijgen.” Of er meer eenzame mensen zomaar dood in hun huis aangetroffen zullen worden, daarover doet de hoogleraar liever geen uitspraak.