Analyse: Het sociaal akkoord is nu de scalp
DEN HAAG. Het leek zo’n goed idee: door het middenveld achter het kabinetsbeleid te krijgen zou de oppositie niet achter kunnen blijven. Maar maatschappelijk draagvlak biedt geen garanties voor politieke steun. Juist de akkoorden staan nu in de Kamer ter discussie. Tot verdriet van de PvdA.
Toen Rutte (VVD) en Samsom (PvdA) een jaar geleden in de formatie hun inmiddels beruchte kaartspel speelden, ontstond er in de geestdrift van dat spel nóg een idee. Als oplossing voor de minderheidspositie in de Senaat –waar de coalitie acht zetels tekort komt– werd besloten niet op ieder dossier met de oppositie te onderhandelen, maar eerst steun te verwerven bij het maatschappelijk middenveld. Als het voorgestelde beleid de instemming heeft van ”de maatschappij”, dan zal het voor de oppositie haast ondoenlijk zijn er schande van te spreken, was de gedachte. Als de samenleving voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn, zoiets.
Het bleek een misrekening. Als er in de afgelopen weken één ding duidelijk werd, is het wel dat het parlement –naast de polder– zijn eigen dynamiek en spelregels kent. Geen enkele partij in de Kamer zal zonder forse aanpassingen de plannen van VVD en PvdA steunen. Ook al staan er handtekeningen onder van FNV tot Greenpeace aan toe.
In de wereld van de politiek is maatschappelijke steun vervat in akkoorden slechts één deel van het verhaal. Het andere deel is dat er ook gewoon gescoord moet worden. Dat was vorig jaar ook al zo, toen CDA, CU en D66 „in het landsbelang” met CDA en VVD tot het lenteakkoord kwamen. De urgentie bleek ook toen onvoldoende: er moesten kraaltjes aan politieke kettingen worden geregen. Zo kreeg de CU geld voor palliatieve zorg en GroenLinks een handvol ‘vergroening’.
De afgelopen weken, en zeker óók morgen en donderdag in de Kamer tijdens de algemene beschouwingen, staat vooral het sociaal akkoord onder druk dat het kabinet sloot met werkgevers en de vakbeweging. Helder lijkt dat als het kabinet werkelijk zaken wil doen met een deel van de welwillende oppositie, dit akkoord opengebroken moet worden.
De wijze waarop FNV-voorman Heerts en VNO-NCW-voorzitter Wientjes de Kamerleden de afgelopen maanden hebben gewaarschuwd er niet aan te morrelen werkte veel meer als een rode lap op een stier. Aanpassing van het akkoord, al was het maar cosmetisch, is nu een doel op zich geworden. Dat moet markeren dat niet Wientjes en Heerts, maar nog altijd de politiek het laatste woord heeft in dit land. Zeker bij een kabinet met een minderheidspositie. Het sociaal akkoord is daarmee de scalp die straks als een trofee moet worden meegetroond om de politieke steun aan achterbannen te kunnen verkopen.
De aanvallen op het sociaal akkoord zullen vooral de PvdA zenuwachtig maken. De afgelopen maanden zagen de sociaaldemocraten juist door de vergaande consultatie van maatschappelijke organisaties het kabinetsbeleid meer en meer hun kant op komen. Dat het hengelen naar steun bij de oppositie –ervan uitgaande dat de SP de handen schoon wil houden– het eindresultaat nu juist weer verder bij de PvdA vandaan brengt, moet pijn doen. En dat terwijl de partij dezer dagen toch al zo tobt met het JSF-besluit.
Dat PvdA-politici de afgelopen dagen krampachtig vasthielden aan het sociaal akkoord –en daarmee aan de FNV–, terwijl de VVD in ruil voor steun de deur ernaar al op een kier zette, was in die optiek meer dan te begrijpen.