Hoofdverdachte moordzaak Ingrid Visser zwijgt
BARCELONA (ANP). Drie van de vijf verdachten die in voorarrest zitten wegens hun vermeende rol in de moord op volleybalster Ingrid Visser en haar partner Lodewijk Severein zijn maandag voorgeleid aan de rechtbank in Molina de Segura (Zuidoost-Spanje). De lichamen van de twee werden in mei, na een zoektocht van 2 weken, gevonden in een citroenboomgaard bij Murcia.
Volgens de Spaanse justitie wil hoofdverdachte Juan C. geen antwoord geven op vragen van de onderzoeksrechter. Over de verklaringen van beide andere verdachten die werden opgeroepen, María Rosa V. en Serafín A., deed justitie geen mededelingen.
Na afloop van het verhoor zei de advocaat van María Rosa V. tegen de Spaanse pers dat zij intrekking eist van de beschuldigingen tegen haar cliënt. De onderzoeksrechter verdenkt V. van het verlenen van hand- en spandiensten voor de dubbele moord in opdracht van Juan C. Volgens V.’s advocaat werd zij door Juan C. misleid en heeft zij niets met de moord te maken.
De vrouw was bevriend met de hoofdverdachte van de moord op het Nederlandse stel. „Die vriendschap heeft zij verbroken zodra ze op de hoogte was van het misdrijf”, zei advocaat María Paz Giraldez maandag.
Dinsdag worden de twee Roemenen die in voorarrest zitten opnieuw verhoord door de onderzoeksrechter in Molina de Segura. In deze plaats nabij Murcia zou het dubbele misdrijf op 14 mei zijn gepleegd. Rechter Reverte denkt dat Constantin S. en Valentin I. door Juan C. zijn ingehuurd om de twee Nederlanders na een zakelijk geschil uit de weg te ruimen. De andere verdachte, Serafín A., is de eigenaar van de boomgaard nabij Murcia waar de lichamen van Visser en Severein op 26 mei werden gevonden. Het stel werd sinds 12 mei in Murcia vermist.