Prof. Raedts: Christendom blijft, secularisatie is voorbij
UTRECHT. De kerk richt zich op iets wat niet bestaat. Toch zal de kerk overleven. Het einde van het christendom is niet aan de orde, wel is de secularisatie voorbij.
Dat stelde prof. dr. Peter Raedts vrijdag in Utrecht, waar hij sprak in het Museum Catharijneconvent.
Prof. Raedts, hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, hield een feestrede ter gelegenheid van de nieuwe opzet van het tijdschrift Trajecta. Het tijdschrift over religie, cultuur en samenleving in de Nederlanden, dat al 21 jaargangen telt, gaat een nieuwe fase in. Was het aanvankelijk voornamelijk gericht op de Rooms-Katholieke Kerk, het is nu verbreed met aandacht voor confessionele stromingen, waaronder het protestantisme en het jodendom.
Historicus dr. Bart Wallet, onderzoekscoördinator bij het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (HDC) aan de Vrije Universiteit Amsterdam, is de nieuwe redactiesecretaris van het tijdschrift. De nieuwe wegen die het tijdschrift inslaat bestaan onder andere uit het verder uitbouwen van de internationalisering. Verder gaat het tweetalig online als Trajecta Portal (trajectaportal.eu).
Volgens prof dr. Peter Nissen, hoogleraar spiritualiteitsstudies aan de Radboud Universiteit Nijmegen en redactievoorzitter van Trajecta, worden er aan artikelen die het vernieuwde tijdschrift krijgt aangeboden, hogere eisen gesteld. Ze worden beoordeeld door een internationale vakgroep. Religiegeschiedenis van de Nederlanden is een veelkleurig en boeiend fenomeen, stelde hij.
Niet alles verklarend
Prof. Raedts betoogde dat de secularisatie voorbij is. De hoogleraar rekende af met de veronderstelling dat secularisatie een fenomeen is dat alles wat in de samenleving verandert en moderniseert wil verklaren. Secularisatie verklaart niet alles, net zomin dat we ons bewustzijn kunnen verklaren, stelde hij. Sociologen zeggen dat secularisatie een antigodsdienstig proces is dat niet is te stoppen. Zij beweren dat godsdienst op den duur irrelevant is en hoogstens nog iets is van persoonlijk sentiment.
Prof. Raedts betoogde dat de secularisatiethese als dogma een hardnekkig leven leidt, terwijl secularisatie ten diepste antigodsdienstig is. Hij vroeg zich af waarom de secularisatiethese als dogma onder godsdienstige mensen zo populair is. Bij de beantwoording van die vraag richtte hij zich vooral op de traditie van de Rooms-Katholieke Kerk. Rooms-katholieken kijken volgens hem ver terug in de tijd.
„Was het vroeger nog allemaal goed, die tijd is nu voorbij. Het gaat niet goed met de kerk. Katholieken houden van continuïteit en tradities. De secularisatie zou dat hebben uitgehold sinds de verlichting en de scheiding van kerk en staat. Terwijl het verschijnsel secularisatie al dateert uit de derde eeuw, moeten wij geloven dat in de negentiende eeuw de secularisatie als trend is ingezet”, zei hij.
Afscheiding
Maar hoe is dan de godsdienstige herleving van die secularisatiethese in de negentiende eeuw te verklaren, vroeg hij zich af. „Afscheiding en Doleantie tonen een enorme herleving aan van de godsdienst. De kerken zaten in die tijd stampvol, terwijl wij moeten geloven dat er toen volop sprake was van secularisatie. Kortom, de secularisatiethese verklaart helemaal niets”, aldus prof. Raedts.
De grote verandering in de godsdienst dateert volgens hem van na 1960. „Er stond toen een generatie theologen op die de ontvlechting van kerk en staat in alle toonaarden toejuichten. De godsdienst is na die tijd geminimaliseerd”, zei hij.
Wel constateerde de Nijmeegse hoogleraar dat er in onze tijd sprake is van een godsdienstig revival. Hij ziet dat in Amerika, „en ook in China schijnen ze steeds godsdienstiger te worden.”
Verder stelde hij vast dat fundamentalistische stromingen in Nederland als paddenstoelen uit de grond schieten. Terugkijkend concludeerde prof. Raedts dat de Rooms-Katholieke Kerk daar het meest is ingestort waar een perfecte organisatie heerste. Kijkend naar andere kerkgenootschappen zag hij dat zij grotendeels het pleit verloren hebben. Met het begrip ”volkskerk” kan hij niets meer, dat is volgens hem over en uit.
Het model van de basisgemeente zou weleens de toekomst kunnen hebben. „Dat is een kleine, biddende gemeente, die maatschappelijke ontwikkelingen volgt en een profetisch geluid laat horen.” Verder zag hij de kerk een plaats krijgen in een groeimarkt van amusement en concerten. De kerk is echter nooit een voortzetting van het verleden, aldus prof. Raedts.