Huzaren van Boreel vieren een feestje
AMERSFOORT. Eens huzaar, altijd huzaar. De Huzaren van Boreel vieren zaterdag een feestje. Mét blauwe hap. Het regiment bestaat 200 jaar. Terugblik op een rijke historie – van de slag bij Waterloo tot de slag om Uruzgan.
De Huzaren van Boreel zijn een begrip. „Wij zijn Huzaar, wij zijn Huzaren van Boreel”, zingen de manschappen. „Trouw aan elkaar en niets is ons te veel. Onze Vorstin zullen we altijd vereren, wij zijn Huzaar.”
Prins Bernhard heeft altijd een speciale band met het regiment gehad. „Ik kwam als huzaar, ik ga heen als huzaar”, sprak de prins ooit. De krijgsmacht heeft Bernhard in 1936 beëdigd als ritmeester van het regiment. Een jaar later is hij getrouwd in huzarenuniform.
Bij zijn begrafenis in 2004 hebben zes Huzaren van Boreel van het 43 Brigade Verkenningseskadron de prins naar zijn laatste rustplaats in de Nieuwe Kerk in Delft gedragen. Als eerbetoon.
„Huzaren van Boreel zijn een speciaal soort”, verklaart kolonel Rob van Zanten van het 103 Joint Istar-bataljon uit ’t Harde trots. „Huzaren gaan door hun zelfstandig optreden net iets verder dan vergelijkbare eenheden. Ook hun gevoel voor decorum is groter.”
Boeren
Willem François Boreel krijgt op 25 november 1813 opdracht van koning Willem I een ”Corps Cavalerie” te formeren. Deze datum geldt als oprichtingsdatum van het Regiment Huzaren van Boreel. Boreel krijgt het commando over dit onderdeel.
Het regiment bestaat uit 8 compagnieën, met 641 huzaren en 677 paarden. Veel boerenzonen krijgen een plekje bij de bereden wapens. Zij zijn gewend te werken met paarden. De manschappen dragen vaak een boerenzakdoek bij zich. Een traditie die in ere wordt gehouden.
De Huzaren hebben diverse wapenfeiten op hun naam staan. In november 1815 neemt het Regiment Huzaren deel aan de bloedige veldslagen bij Quatre Bras en Waterloo en aan de Tiendaagse Veldtocht in 1831.
Het in 1947 heropgerichte regiment levert een belangrijke bijdrage aan de acties in Nederlands-Indië. Met zes eskadrons pantserwagens en met twee verkenningsregimenten zijn de huzaren van 1947 tot 1949 actief op Java en Sumatra.
In de Tweede Wereldoorlog verstopt luitenant-kolonel Jonkheer de Marees van Swinderen de standaard van de huzaren in een ketel in de tuin van de commandant. Bij beëdigingen en commando-overdrachten staat deze standaard nog altijd ‘ingetreden’.
Huzaar Jan Kin (74) uit Balkbrug –„lichting 58-1”– heeft als tankchauffeur gediend op de Chaffeetank. „Ik was geen soldaat, maar huzaar”, benadrukt de krasse Balkbrugger – rechte rug, hoofd omhoog. „Echte huzaar, hè? Ik voel me nog steeds huzaar.”
Kin bewaart goede herinneringen aan zijn diensttijd. „Bij opkomst op de Willem III-kazerne moesten we onze strozak vullen met stro. Zo vol mogelijk. Vervolgens moesten we ’m plat stampen om op te slapen.” De koude winters, onder andere op Vlieland, hebben hem gehard. De manschappen kregen losse kolen en één turf voor de kachel. „We smeerden ’m met schoensmeer in om het ding beter te laten branden.”
Verschillende eenheden zetten de tradities van het Regiment Huzaren van Boreel voort. Alle verkenners van de landmacht vallen onder ‘Boreel’. De paarden zijn vertrokken, huzaren maken nu dankbaar gebruik van Fennek-pantservoertuigen.
De zwarte baretten –met zwaluwstaart– ontmoeten elkaar morgen op de Bernhardkazerne in Amersfoort. „De oudste huzaar, lichting 1937, is nu 90 jaar”, zegt kolonel Van Zanten. „Hij is opgeleid te paard en heeft gevochten op de Grebbeberg.”
Om 11.00 uur vindt het regimentsappel plaats. Rond de middag wordt de bekende blauwe hap geserveerd. Alleen echte huzaren weten wat dat inhoudt.