SGP weer voor de rechter om vrouwenkwestie
De SGP is opnieuw voor de rechter gedaagd vanwege haar standpunt over de vrouw. Het Clara Wichmann Instituut (CWI) eist van de partij dat zij vrouwen toelaat als volwaardig lid. Behalve de SGP klaagt het instituut ook de Nederlandse staat aan. Die moet, aldus het CWI, ophouden het VN-Vrouwenverdrag te overtreden en stappen ondernemen tegen de SGP.
Op 26 november treffen de diverse partijen elkaar voor het eerst voor de Haagse rechtbank, zij het in eerste instantie slechts in een pro-formazitting. Het CWI probeerde de SGP al eerder te dwingen vrouwen toe te laten. Zo steunde het instituut mevrouw Franssen uit Roermond, die in 1995 een rechtszaak tegen de partij aanspande. Dat liep op niets uit omdat de rechter oordeelde dat Franssen, niet afkomstig uit SGP-kringen, er zelf geen belang bij had om lid te mogen worden van de partij.
Latere pogingen van het CWI om vrouwen uit SGP-kringen te ronselen, liepen op niets uit. Daardoor is er nooit een inhoudelijk rechterlijk oordeel gekomen over de handelwijze van de SGP.
Nu gooit het Wichmann Instituut, gesteund door tien andere organisaties, het over een andere boeg en steekt het in bij het algemeen belang. „De eisende organisaties willen hiermee ook voorkomen dat er in de toekomst meer politieke partijen kunnen worden opgericht die op godsdienstige of andere gronden mensen uitsluiten”, zegt een van de advocaten van het CWI, mr. T. Barkhuysen.
Nieuw is dat het Wichmann Instituut nu ook de Nederlandse staat dagvaardt. Het benadrukt dat de Verenigde Naties al in 2001 Nederland erop wezen dat het het VN-Vrouwenverdrag overtreedt zolang Nederland niet optreedt tegen de SGP. „De Nederlandse staat gedoogt iets wat eigenlijk niet mag. Nederland is op die manier een buitenbeentje in Europa. Er is geen enkel ander land dat een veroordeling aan zijn broek heeft van het VN-vrouwencomité. Sterker nog: in Frankrijk en België mogen partijen alleen meedoen aan de verkiezingen als zij evenveel vrouwen als mannen op de lijst hebben staan. Nederland daarentegen subsidieert een partij die het vrouwen onmogelijk maakt gekozen te worden.”
Het instituut wil de SGP niet verboden hebben, benadrukt Barkhuysen. „De organisaties willen gewoon dat de partij vrouwen toelaat.” Op zijn website verwijst het CWI naar een enquête die deze krant dit voorjaar hield, waaruit blijkt dat een meerderheid van de SGP-achterban vindt dat vrouwen lid moeten kunnen worden van de partij.
SGP-voorzitter Kolijn gaf donderdag aan „wel zo’n vertrouwen te hebben in onze rechtsstaat dat ik geloof dat men zeer omzichtig om zal gaan met de vrijheid van godsdienst, vereniging en meningsuiting.” Hij kan zich moeilijk voorstellen dat men de SGP „het recht van bestaan als politieke partij wil ontzeggen. Het is in Nederland bepaald nog niet algemeen aanvaard dat het antidiscriminatiebeginsel boven andere grondwettelijke vrijheden gaat”, aldus Kolijn.
De SGP’er wijst erop dat zelfs de paarse kabinetten, ondanks aandrang door sommige kamerleden, nooit actie tegen de SGP hebben willen ondernemen. „Volgens mij hebben veel mensen, ook zij die het niet met ons vrouwenstandpunt eens zijn, door dat het hier gaat om meer dan alleen de visie op de vrouw. Het steekt dieper: het gaat om de vrijheid van godsdienst.”
Kolijn is daarom blij dat er de afgelopen jaren geen vrouwen uit SGP-kring gevonden zijn die de partij bij de rechter wilden aanklagen.
Het Wichmann Instituut betaalt de procesvoering uit een speciaal daarvoor in het leven geroepen proefprocessenfonds. Behalve het CWI doen nog tien andere organisaties mee, zoals het Nederlands Juristen Comité voor de mensenrechten en de FNV-Vrouwenbond. Volgens het instituut vertegenwoordigen zij 2 miljoen mensen.