Muziek

„Stoffel van Viegen had een geweldenaar kunnen zijn”

Bijna een halve eeuw was hij het muzikale gezicht van de Utrechtse Domkerk. Bekende organisten als Willem Hendrik Zwart, Herman van Vliet, Charles de Wolff en Jacques van den Dool studeerden bij hem aan het Utrechtse conservatorium. Stoffel van Viegen: donderdag 12 september was het 25 jaar geleden dat de musicus op 72-jarige leeftijd overleed.

13 September 2013 16:48Gewijzigd op 15 November 2020 05:48
Stoffel van Viegen. Beeld EMG
Stoffel van Viegen. Beeld EMG

Over zijn afscheid als domorganist op 27 december 1986 hing een schaduw: hij mocht de vijftig jaar net niet volmaken. Hij was 70 geworden en moest plaatsmaken voor zijn opvolger, Jan Jansen. Het belette Van Viegen niet om zijn afscheidsconcert, waarbij ruim duizend mensen aanwezig waren, te besluiten met een improvisatie over ”Sollt ich meinem Gott nicht singen?” Maar met het abrupte einde leek hij te zeggen: „Het is mooi geweest, ik ga.”

Over zijn start in de dom in 1937 werd ook al gepraat: Hoe kon het dat de vrij onbekende 21-jarige organist van de Utrechtse Wilhelminakerk de benoeming kreeg, terwijl zich onder de meer dan honderd sollicitanten toch namen als Feike Asma, Piet van Egmond en Adriaan C. Schuurman bevonden?

Hoe dan ook, Van Viegen volgde Hendrik F. Bos op en groeide in de dom uit tot een naam waar je niet omheen kon. Toen hij in de jaren veertig hoofdleraar aan het Utrechts conservatorium werd, kon hij doorgeven wat hij zelf van onder anderen Sem Dresden, Hendrik Andriessen en Adriaan Engels had geleerd.

Herman van Vliet uit Amersfoort was begin jaren zestig leerling van Van Viegen. Hij zegt veel te hebben geleerd tijdens de lessen in de dom. „Vooral als het gaat om de grote lijn. Het houden van je tempo bijvoorbeeld.” Hij noemt Van Viegen een „romanticus in hart en ziel” die zich echter niet zo bloot durfde te geven. „Hij ging niet mee in de ontluikende heroriëntatie op de barok, wilde zichzelf niet verloochenen, laveerde een beetje tussen de verschillende stijlen, waardoor hij een middenfiguur bleef.”

Van Viegen was breed georiënteerd. „Ik heb bij hem veel geleerd over de algemene muziekgeschiedenis. Hij kon maar zo de Sabeldans van Chatsjatoerjan even voorspelen. Eén keer ben ik bij hem thuis geweest, waar hij een etude van Chopin speelde. Ook opende hij mijn ogen voor een andere Pepping dan destijds bekend was, met een prachtig stuk over ”O Mensch, bewein”. Helemaal niet zo neobarok.”

Hij was een prettig mens, joviaal in de omgang, geestig ook, maar tegelijk aristocratisch en beheerst, zegt Van Vliet. „Hij zou z’n gevoelens niet zomaar laten zien. Het orgel van de dom paste wel bij hem: niet zo direct en fel, wat afstandelijk.”

Van Viegen had gezien zijn prestaties meer voor de nationale orgelgeschiedenis kunnen betekenen, zegt Van Vliet. „Hij was een boeiend, kleurrijk en wonderlijk mens. Maar was er niet zo goed in zichzelf te presenteren. Wilde geen kleur bekennen, was ook altijd voorzichtig. Een binnenvetter, jammer genoeg. Hij had een geweldenaar kunnen zijn.”


Lees ook:

Interview met Stoffel van Viegen door J. van ’t Hul wegens het naderend afscheid als domorganist (18-7-1986)

In memoriam Stoffel van Viegen door J. van ’t Hul (16-9-1988)

Interview met vrouw en registrant Ria van Viegen door H. Vermeulen (26-7-1996)

Beluister:

Stoffel van Viegen speelt Batalla Imperial van Johannis Cabanilles in Utrecht

Afscheidsconcert van Stoffel van Viegen op 27 december in Utrecht

Concerten uit 1963, 1975 (inwijding gerestaureerd Bätzorgel), 1976 en 1977 (40-jarig jubileum)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer