„OM trad wel degelijk op in misbruikzaken RKK”
DEN HAAG (ANP). Misbruikzaken tegen geestelijken zijn nogal eens milder afgedaan na overleg tussen Openbaar Ministerie en de Rooms-Katholieke Kerk. De kerk bood namelijk mogelijkheden voor behandeling en het voorkomen van herhaling aan. In het algemeen is het Openbaar Ministerie echter niet in gebreke gebleven bij de aanpak van misbruikzaken binnen de kerk. Dat heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie dinsdag laten weten.
Het ministerie baseert dit op het eindrapport van de Commissie Archiefonderzoek handelen Openbaar Ministerie bij seksueel misbruik Rooms-Katholieke Kerk. Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft het dinsdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor afspraken tussen de kerk en het OM over de afhandeling van zaken tegen geestelijken, noch voor een bepaald beleid of algemene afspraken over een milde afdoening of het niet vervolgen van zedenzaken tegen geestelijken. Het OM trad wel degelijk op, ontdekten de onderzoekers. Maar een verdachte geestelijke kreeg vaker dan een gemiddelde niet-geestelijke verdachte een gunstiger afhandeling van een misbruikzaak.
De onderzoekers stelden vast dat de verschillen niet zozeer zijn toe te schrijven aan het feit dat de verdachte geestelijke was, maar dat ze te maken hadden met de maatschappelijke positie van de verdachte . Een hogere geestelijke kwam er dus beter af, net als sommige verdachten uit andere hogere kringen.
Het rapport geeft een helder inzicht in de patronen die met name in de jaren 50 tot 70 voor de geestelijkheid konden bijdragen aan deze „feitelijke rechtsongelijkheid”, schrijft Opstelten. „Slachtoffers hebben zich daardoor miskend kunnen voelen”, erkent hij.
Het was een andere tijd, met andere gebruiken, mogelijkheden en inzichten, overweegt de bewindsman.„ We moeten leren van het verleden. De inhoud van het rapport onderstreept het belang van een uniform en consistent vervolgingsbeleid en een uiterst zorgvuldige behandeling van misbruikzaken met oog voor de positie van slachtoffers en verdachten. Gelukkig is in de afgelopen jaren de positie van het slachtoffer aanzienlijk verbeterd.”