Opinie

Christelijk geloof exclusief, maar niet arrogant

Ben je arrogant als je als christen zegt dat er maar één weg naar God is?

Dr. J.H. van Doleweerd
7 September 2013 11:11Gewijzigd op 15 November 2020 05:42
Foto RD
Foto RD

Volgens veel mensen is het dwaas en arrogant om te stellen dat jouw religie de enige ware is. Niemand heeft immers de waarheid in pacht. Bekend in dit verband is het verhaal van de blinden die aan een olifant voelen. De een voelt de slurf en zegt dat het dier een slang is. Een ander voelt aan de staart en zegt dat het een touw is. Anderen komen tot de conclusie dat de olifant een muur is, een zuil, een speer of een waaier, afhankelijk van de plaats waar ze hem aanraken.

Zo zou het ook met religie zijn. Alle godsdiensten hebben een deel van de waarheid, het zijn verschillende wegen naar de ene God. In deze visie zijn christenen al snel onverdraagzaam en arrogant. Zij zien hun gezichtspunt immers als het enige ware. Maar is dat verwijt terecht?

Inderdaad, een christen gelooft in de God Die Zich in de Bijbel heeft geopenbaard. Alle beelden en godsvoorstellingen die daarvan afwijken, zijn betekenisloos en leeg. Toch leidt deze gedachte niet tot minachting en verwerping van de niet-christelijke medemens. Een christen is niet onverdraagzaam ten opzichte van andersdenkenden. Ik licht dit toe met drie argumenten.

Medeschepsel

Allereerst plaatst een navolger van de God van de Bijbel anderen niet tegenover zichzelf, maar naast zichzelf. Dat heeft te maken met het geloof dat God alle mensen geschapen heeft. Een christen gelooft in een gezamenlijk begin van de aarde en de mens. En in dat begin wisten alle mensen op de aarde wie God was. Er waren geen verschillende religies. Andere beelden over God en de wereld ontstaan pas als Gods schepsel het juiste zicht op zijn Maker kwijtraakt en eigen beelden en voorstellingen van God bedenkt.

De Bijbel laat al op de eerste bladzijden twee ingrijpende voorbeelden zien van deze ontwikkeling. Het eerste is de overtreding van Gods gebod door Adam en Eva en wat daarop volgt. Het tweede is de zondvloed en wat er daarna gebeurt als Noach met zijn gezin een nieuw begin op de aarde maakt. Uit deze gebeurtenissen blijkt dat de mens, verduisterd in zichzelf, doelbewust wegloopt van de erkenning van de ware God.

De christen beziet daarom de niet-christen als iemand die naast hem staat, een medeschepsel dat qua kennis evenzo is afgeweken van de norm. We hebben geen enkele reden om onszelf boven anderen te plaatsen.

Openbaringsbron

In de tweede plaats wijst een christen niet zichzelf aan als openbaringsbron. De christen is niet zelf eigenaar van zijn of haar nieuwe kennis over God en mens. We ontvangen deze van God, Die met en door de Bijbel tot ons spreekt, niet alleen tot christenen maar ook tot niet-christenen. God heeft Zich met Zijn Woord onder de mensen begeven. Een christen verwijst niet naar zichzelf, maar naar de Bijbel.

Dat is een belangrijke reden waarom christenen op zondag met elkaar samenkomen. De Bijbel is voor hen bron en heeft gezag voor geloof en leven. In en door dit Woord van God hebben christenen het leven teruggevonden. En door datzelfde spreken van God weten zij zich opgedragen en voelen zij zich gedreven om anderen met deze openbaring bekend te maken. Niet uit hoogmoed of arrogantie, maar om de onwetendheid weg te nemen en hun de weg terug te wijzen naar de oorsprong en het doel van het leven. Niet autoritair vanuit de hoogte, maar door ontmoeting en gesprek over de inhoud van de Bijbel.

Dan is er nog een derde reden aan te voeren waarom een christen geen minachting of hoogmoed te verwijten valt. De God van de Bijbel werkt met Zijn Geest in deze wereld en bemoeit Zich met alle mensen. God is nooit exclusief de God van de christenen.

De God Die de christenen dienen, is vanaf het begin van de geschiedenis met de mensheid bezig. Hij onderhoudt en regeert deze wereld. Hij is en blijft de God van alle mensen. Ook mijn ongelovige collega deelt in Zijn zegeningen. God voorziet Zijn schepselen van wijsheid, inzicht, voorspoed, geluk ook ongeacht of iemand tot de erkenning komt dat de God Die Zich in de Bijbel heeft geopenbaard de éne en onvergelijkelijke God is.

Als christenen getuigen we niet van een God die aan onze kant staat en tegenover alle ongelovigen staat. Zo in de zin van: „Hij is tegen jou zolang je niet gelooft zoals ik.” Als christenen getuigen we van een God Die over alle dingen gaat en boven alle dingen staat en genade wil bewijzen aan iedereen die voor Hem leeft. Het is God Die Zijn schepselen uit een in de zonde gevallen wereld terugroept naar ware kennis door de verkondiging van het Evangelie. En dat is toch wat anders dan ”mijn gelijk tegenover jouw gelijk”. Als dat het geval zou zijn, zou er inderdaad sprake zijn van arrogantie.

Pot en ketel

Het voorbeeld van de olifant gaat trouwens ook mank. Zoals Tim Keller schrijft: „Het verhaal wordt verteld vanuit het gezichtspunt van iemand die niet blind is. Je kunt alleen weten dat iedere blinde man slechts een deel van de olifant te pakken heeft als jij de hele olifant wel kunt zien!” Als christenen arrogant zijn als zij zeggen dat hun godsdienst de enige ware is, dan is het zeker net zo arrogant om te stellen dat je heel de geestelijke werkelijkheid kunt overzien en kunt weten dat geen enkele godsdienst heel de waarheid kan hebben.

Inderdaad, het christelijk geloof is exclusief. Er is slechts één God, dat is de God Die Zich in de schepping laat kennen en in de Bijbel aanvullend en met meer helderheid en volledigheid zegt wie Hij is. Er is slechts één weg terug naar deze God en dat is de weg van bekering en geloof in Christus Jezus, de Zoon van God.

Maar deze overtuiging leidt niet tot onverdraagzaamheid of arrogantie. Christenen zijn onderdanen van de Vredevorst, Christus Jezus, Die het hoogste voorbeeld van liefde en verdraagzaamheid heeft gegeven. Als iemand christenen onverdraagzaamheid en arrogantie verwijt, kan dit niet gebaseerd zijn op de inhoud van het christelijk geloof. Het is eerder de natuurlijke afkeer tegen de ware godskennis waardoor de niet-christen zich ergert. Van de weeromstuit verwijt hij of zij de christen onverdraagzaamheid. Dan verwijt de pot de ketel dat hij zwart ziet. Maar met het christelijke geloof heeft dat niets van doen.

Dr. J. H. van Doleweerd, missioloog en theologisch docent en werkzaam voor de Zending Gereformeerde Gemeenten in Indonesië. 
Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl

Verder lezen over dit onderwerp

H. Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek. Vier delen. Kampen: Bos 1906 (2e druk). I, 329 vv.

J.H. Wright, The Mission of God. Unlocking the Bible’s Grand Narrative. Downers Grove: InterVarsity Press, 2006, 126-135.

J. Broekhuis, Oriëntatie in de Godsdienstwetenschap. Zoetermeer: Boekencentrum 1994.

S. Prothero, God is niet één. Overzicht van de grootste godsdiensten. Amsterdam: Bert Bakker 2011

Tim Keller, In alle redelijkheid. Christelijk geloof voor welwillende sceptici, Franeker: Van Wijnen, 2008, 25-42. (Het citaat staat op blz. 30.)

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer