Met zijn gedeeltelijke boetedoening hoopte Roep zijn burgemeesterspost te redden. In een maandag gepresenteerd rapport over het declaratiegedrag van het Vlissingse college van B en W is echter zo’n hard oordeel over Roep geveld, dat zijn positie onhoudbaar was geworden. De onderzoekscommissie verwijt Roep vooral dat hij de regels voor de controle op declaraties heeft veranderd, zonder de raad daarvan op de hoogte te stellen. Roep besloot een vrijwel zekere motie tegen hem in de raadsvergadering van donderdag niet af te wachten. Enkele uren voor de vergadering liet hij weten dat hij de eer aan zichzelf houdt.

De als sociaal geograaf afgestudeerde Roep was in december 2010 geïnstalleerd als burgemeester van Vlissingen. Eerder was hij burgemeester van Maasbracht in Limburg en de gemeente Gilze en Rijen in Noord-Brabant.

Enkele maanden geleden kwam de burgemeester onder vuur te liggen, omdat hij onder meer barkrukken en een keukentrolley op kosten van de gemeente had aangeschaft. Critici zetten niet alleen vraagtekens bij de rechtmatigheid van een aantal declaraties. Ook vroegen veel Vlissingers zich af of het moreel aanvaardbaar is om in deze crisistijd zo uitbundig te declareren.

Spijtbetuigingen en de toezegging dat hij bijna 4500 euro voor gedeclareerde dubbele woonlasten zou terugbetalen, haalden niets uit. Roep kreeg in (nachtelijke) telefoontjes en e-mails beledigingen en dreigementen naar zijn hoofd geslingerd. De druk op de burgemeester om af te treden klonk binnen en buiten de gemeenteraad steeds luider. Niet alleen zijn declaratiegedrag speelde hem parten. Een aantal raadsfracties maakte zich ook grote zorgen over de niet zo soepele relatie van Roep met een aantal ambtenaren. Veel partijen oordeelden dat Vlissingen onder Roep grote imagoschade heeft opgelopen en dat er beter een andere burgemeester kan komen om de Zeeuwse havenstad uit deze moeilijke periode te halen.