Straffen tot drie jaar in vrouwenhandelzaak
De rechtbank in Alkmaar heeft woensdag straffen tot drie jaar opgelegd in een omvangrijke vrouwenhandelzaak. De groep, bestaande uit vijf mannen en een vrouw, heeft zich langdurig schuldig gemaakt aan het ronselen van vrouwen voor prostitutie. Justitie had twee weken geleden straffen tot vier jaar cel geëist.
De bende zette voornamelijk Bulgaarse vrouwen onder dwang aan het werk in onder meer Alkmaar, Utrecht, Amsterdam en op een seksboerderij in de Beemster en een bordeel in Antwerpen. De vrouwen moesten hun verdiensten afstaan en werden constant in de gaten gehouden. Als ze niet genoeg verdienden, werden ze mishandeld.
De rechter veroordeelde de twee Bulgaarse hoofdverdachten, vader en zoon, tot drie jaar gevangenisstraf. De officier van justitie C. Kok had celstraffen van vier jaar geëist. Vader en zoon waren volgens hem de kopstukken van de criminele organisatie.
Een derde Bulgaar kreeg na een eis van acht maanden, waarvan vier voorwaardelijk, een celstraf van 205 dagen, waarvan 120 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Een Turks bendelid, tegen wie een voorwaardelijke celstraf van honderd dagen werd gevorderd bovenop de vierhonderd die hij in voorarrest doorbracht, kreeg acht maanden. Het vrouwelijke Bulgaarse groepslid had volgens Kok met haar voorarrest (ongeveer 250 dagen) haar straf uitgezeten. De rechter veroordeelde haar conform de eis. Alle vijf wonen in Alkmaar.
De enige Nederlander in het gezelschap, de 50-jarige A. S. uit Overbetuwe, kreeg 265 dagen waarvan 180 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tegen hem was negen maanden voorwaardelijk geëist. Volgens rechter J. Westdorp waren de slachtoffers misleid en uitgebuit. Ook noemde hij de mensenhandel heftig en vond hij een lange gevangenisstraf gerechtvaardigd.