12 november: Aanslag op het hoofdkwartier van de Italiaanse militairen in Nasiriya. Meer dan twintig mensen, onder wie minstens veertien Italianen, komen om het leven.

2 november: Onbekenden schieten met een raket een Amerikaanse Chinook-helikopter neer bij Fallujah. Zestien inzittenden overleven de crash niet.

28 oktober: Aanslagen in Midden en Zuid-Irak kosten zeker tien levens. In Fallujah blaast een zelfmoordenaar zich op en sleurt zes burgers mee de dood in. In Basra, de tweede stad van Irak, vinden drie Irakezen de dood door explosies.

27 oktober: Door aanslagen op het hoofdkwartier van het Internationale Rode Kruis en vier politiebureaus in Bagdad komen zeker 43 mensen om. Meer dan tweehonderd anderen, onder wie zeker tien Amerikaanse militairen, raken gewond door de explosies.

9 oktober: Zelfmoordaanslag op politiepost in de hoofdstad eist zeker tien levens. Een Spaanse diplomaat wordt bij zijn huis doodgeschoten.

29 augustus: Autobom explodeert in de heilige stad Najaf voor een volgepakte moskee. Er vallen meer dan tachtig doden, onder wie de invloedrijke sjiiet, ayatollah al-Hakim.

19 augustus: Verwoestende aanslag op VN-hoofdkwartier in Bagdad. Er vallen 23 doden, onder wie de speciale VN-gezant Sergio Vieira de Mello.

7 augustus: Aanslag met autobom voor de Jordaanse ambassade. Het dodental loopt op tot zeker zeventien. Meer dan zestig mensen raken gewond.