De ministers Henk Kamp van Economische Zaken en Jeroen Dijsselbloem van Financiën stelden dat in een Kamerdebat naar aanleiding van berichten over hoge marges die Nederlandse banken op hypotheken rekenen.

Kamp wees er op dat zich al enige tijd geen buitenlandse banken hebben gemeld op de Nederlandse hypotheekmarkt, ondanks de gestegen marges. Een Indiase bank zag er op het laatst van af en ook de Duitse banken aarzelen nog. Als het inderdaad „zo’n vetpot” zou zijn, vroeg Kamp zich hardop af, waarom komen die buitenlandse banken dan niet?

Volgens Dijsselbloem zijn buitenlandse banken vooral huiverig vanwege de hoge leningen die in Nederland ten opzichte van de waarde van de woning worden verstrekt. Die zijn in verhouding tot andere landen „wezensvreemd hoog”. In andere landen wordt over het algemeen niet meer dan 80 procent, bij uitzondering 90 procent van de waarde geleend. In Nederland zit dat nog altijd ruim boven de 100 procent.

Dijsselbloem erkende dat de marges op Nederlandse hypotheken gestegen zijn, maar kon niet zeggen of ze te hoog zijn. Voor het wettelijk vastleggen van een maximale marge voelt het kabinet niets; dat zou buitenlandse partijen alleen maar nog meer afschrikken en de zo benodigde concurrentie op de Nederlandse hypotheekmarkt nog sterker verminderen.

Dijsselbloem sprak tegen dat de hypotheekrentes in Nederland hoger zijn dan in de buurlanden door de beperkende maatregelen die de Europese Commissie heeft opgelegd aan Nederlandse banken die staatssteun hebben ontvangen de afgelopen crisisjaren. Voor ING gelden die beperkingen al niet meer, bij ABN Amro lopen ze uiterlijk volgend jaar april af. Dijsselbloem blijft pogen dat eerder voor elkaar te krijgen in Brussel. Hetzelfde probeert hij voor die andere staatsbank, SNS Reaal.