Defensie analyseert gevolgen voor Nederlanders in Irak
De chef–defensiestaf analyseert op dit moment of de veiligheidsmaatregelen voor de 1100 Nederlandse militairen in Zuid–Irak moeten worden aangescherpt als gevolg van de aanslag op het Italiaanse hoofdkwartier in Nasiriya. Zo snel mogelijk brengt hij advies uit aan minister Kamp van Defensie.
Dat zegt de woordvoerder van minister Kamp woensdag in een reactie op de vermoedelijke zelfmoordaanslag waarbij zeker veertien Italiaanse militairen en acht Irakezen omkwamen. Het terroristisch geweld komt ineens dichtbij de 1100 Nederlanders in Irak.
Bij aanslagen de afgelopen maanden op de Verenigde Naties, het Rode Kruis en Amerikaanse militairen konden Kamp en minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken nog volhouden dat de ’Nederlandse’ provincie Al Muthanna nog altijd „relatief rustig" was.
Maar met de aanslag van woensdag komt het geweld ineens angstig dichtbij. De plek van de aanslag ligt op ongeveer 30 kilometer van de basis van drie Nederlandse Chinook–transporthelikopters in Thalil en op 80 kilometer van de grootste basis van de mariniers bij As Samawah. Een Chinook werd woensdag ingezet om gewonde Italianen te vervoeren naar een Brits veldhospitaal in de buurt van Basra.
„De minister heeft met grote treurnis kennisgenomen van de aanval op onze Italiaanse bondgenoten", zei de woordvoerder van Kamp. Met grote spoed wordt nu bekeken of de veiligheidsmaatregelen rond de Nederlandse bases of tijdens het patrouillelopen moeten worden aangescherpt. Voordeel voor de Nederlanders is dat hun bases zich niet in steden bevinden en dat eventueel gevaar dus vanaf grote afstand kan worden gespot.