De delegatie van ongeveer 15 man is het afgelopen weekeinde vertrokken. Ze gaan onder meer naar de hoofdstad Bamako en een aantal andere steden. De verkenners voeren gesprekken met onder meer de VN, mogelijke partners en lokale autoriteiten. Ze onderzoeken waar Nederland het beste een bijdrage kan leveren en hoe deze eruit moet zien. De verkenningsmissie duurt ongeveer een week.

Het kabinet meldde begin juli dat de wenselijkheid en mogelijkheid van een bijdrage aan de VN-missie in Mali (Minusma) zouden worden onderzocht. Minusma wordt geleid door Bert Koenders, de voormalige PvdA-minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Die zei onlangs het positief te vinden als Nederland een bijdrage zou leveren. „Een rol van Nederland zou goed zijn voor Mali”, aldus Koenders. Minusma moet uiteindelijk meer dan 12.000 man sterk worden.

De PvdA heeft zich sterk gemaakt voor een bijdrage aan de missie. De Kamer lijkt een missie niet direct op voorhand af te wijzen. Een eerdere poging van het kabinet om deel te nemen aan de Europese trainingsmissie in het Afrikaanse land liep op niets uit. Het Nederlandse aanbod kwam te laat; de missie bleek al gevuld.

Als er een Nederlandse bijdrage aan de VN-missie komt, zal die ergens in het najaar beginnen. Maar volgens een zegsman van Defensie betekent het sturen van verkenners niet automatisch dat de missie zal doorgaan.

Toearegs en aan al-Qaeda gelieerde groepen veroverden vorig jaar grote delen van het noorden van Mali. Daarop besloot Frankrijk begin dit jaar in te grijpen. Sindsdien zijn de extremisten grotendeels verdreven. Sindsdien is het redelijk stabiel. Presidentsverkiezingen verliepen eind juli rustig en oud-premier Ibrahim Boubacar Keïta werd tot president gekozen.