Obama wil het Syrische regime straffen voor het gebruik van gifgas in de burgeroorlog in Syrië. Als de Verenigde Staten dit ongestraft laten passeren, zal de Syrische president Bashar Assad dit vaker doen en zullen anderen wellicht zijn voorbeeld volgen, stelt het Witte Huis.

Obama heeft maandag de senatoren John McCain en Lindsey Graham uitgenodigd voor een gesprek in het Witte Huis. McCain, Obama’s tegenstander in de verkiezingen van 2008, en Graham zeggen dat Obama moet proberen Assad uit de macht te zetten en het verloop van de burgeroorlog, die al meer dan honderdduizend levens heeft geëist, te beïnvloeden.

Beiden hebben gedreigd hun steun te onthouden als het aanvalsplan niet beoogt het tij in de burgeroorlog ten gunste van de opstandelingen te keren. Zij willen dat de luchtmacht van Assad wordt uitgeschakeld en dat diens commando- en controlecentra, raketten en andere militaire doelwitten worden vernietigd en dat de oppositiestrijdkrachten meer wapens en training krijgen.

De twee Republikeinen vertegenwoordigen de aanvalslustigste factie in het Congres. Er zijn ook Republikeinen en Democraten die helemaal geen militaire actie willen.

Democratische leden van het Huis van Afgevaardigden hielden maandag een telefonische conferentie met Obama’s veiligheidsadviseur Susan Rice, de ministers John Kerry (buitenlandse zaken) en Chuck Hagel (defensie), de nationale inlichtingenchef James Clapper en de militaire stafchef, generaal Martin Dempsey.

Tot nog toe heeft Obama weinig internationale partners gevonden die aan een actie tegen Syrië willen deelnemen. Van de grote mogendheden is alleen Frankrijk aan boord. Het Britse parlement wees vorige week het gebruik van geweld af.

De Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov heeft de informatie die de VS aan Moskou hebben getoond om te bewijzen dat het regime achter de gifgasaanval zat ‘absoluut niet overtuigend’ genoemd.

In het oostelijke deel van de Middellandse Zee liggen Amerikaanse oorlogsbodems klaar om kruisraketten af te schieten.