Bijna 40 procent drinkt wel eens alcohol vlak na het werk. Een op de twintig ondervindt regelmatig problemen van drinkgedrag. In totaal 4 procent van de werkende beroepsbevolking gebruikt soms alcohol vóór of tijdens het werk. Werknemers in de horeca, bouwnijverheid, landbouw, visserij en cultuur drinken het meest.

Dit blijkt uit een enquête die het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving in opdracht van de ministeries van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft verricht onder 4289 werkende mensen. Het onderzoek is dinsdag op een congres over alcohol en werk in Woerden gepresenteerd en wordt binnenkort met een reactie van het ministerie aan de Tweede Kamer aangeboden.

Het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), dat het congres organiseerde, vindt dat bedrijven en brancheorganisaties in hun CAO afspraken moeten maken over alcoholgebruik. Bovendien moet er structureel onderzoek komen naar de relatie tussen bedrijfsongevallen en alcoholgebruik.

Het onderzoek onder 4289 werkende personen maakt duidelijk dat bij een op de drie bedrijven alcohol voor de werknemer tijdens werktijd al dan niet tegen betaling beschikbaar is. Bijna de helft van de werknemers geeft aan zich niet bewust te zijn van drinkregels op het werk, terwijl 78 procent van de werkgevers zegt een alcoholbeleid te hebben. Het NIGZ vindt dat bedrijven en overkoepelende organisaties niet alleen afspraken moeten vastleggen in de CAO, maar ook hun personeel beter moeten informeren over de effecten van alcohol op het werk. Verder zouden ze minder tolerant moeten worden op het schenken van alcohol tijdens of na het werk.

Het regelmatig afnemen van alcoholtests bij arbeiders, zoals in de Verenigde Staten gebeurt, vindt het instituut echter te ver gaan.