Tjitske Siderius: gereformeerd vrijgemaakt én SP-Kamerlid
DEN HAAG. In de drie maanden dat Tjitske Siderius SP-Kamerlid zal zijn, ter vervanging van haar zwangere partijgenote Karabulut, kan ze –dat beseft ze terdege– de wereld niet verbeteren. Toch heeft de gereformeerd vrijgemaakte politica zin in haar blauwe zetel. „Politiek is een zaak van lange adem.”
Het is zo’n tien jaar geleden dat Siderius (1981) geïnteresseerd raakte in de politiek. „Ik deed de opleiding personeel en management aan de hogeschool Windesheim, en werkte bij een re-integratiebureau. Daar zag ik tal van misstanden. De enige partij die dit scherp in de gaten had en er iets aan wilde doen, was de Socialistische Partij. Daarom werd ik lid.”
Daarna ging het snel. „Ik ervoer de partij als een warm bad, werd gevraagd te helpen folderen, en voor ik het wist was ik raadslid.”
Inmiddels is zij alweer vijf jaar beleidsmedewerker van de Kamerfractie op het terrein van sociale werkplaatsen, jonggehandicapten en bijstandsgerechtigden.
Volgende week wordt u geïnstalleerd als Kamerlid. Wat wilt u in het parlement bereiken?
„Ach, het is maar voor drie maanden, hè? Ik heb dus niet zoiets van: ik ga zorgen dat de Participatiewet van tafel gaat. Ik wil gewoon de belangen van de mensen die SP gestemd hebben, behartigen. Politiek is een zaak van lange adem.”
U woont net als CU-fractievoorzitter Slob in Zwolle en zit in dezelfde kerk. Dat geeft vast herkenningspunten en gespreksstof…
„Dat zou je denken, maar onze contacten zijn tot nu toe beperkt geweest. Ja, ‘s morgens op het station groeten we elkaar soms. En pas was ik even op de ChristenUnieburelen. Arie feliciteerde me toen hartelijk met mijn aanstaande Kamerlidmaatschap. Maar zondags zie ik hem nooit, want je hebt in Zwolle vijf vrijgemaakte kerken. Wij zitten niet in dezelfde gemeente.”
Wel een opmerkelijke combinatie: gereformeerd vrijgemaakt én actief in de SP…
„Ik begrijp de verbazing, maar zelf vind ik er niets vreemds aan. Ja, ik geloof in God. En inderdaad, ik ben lid van de Gereformeerde Kerken vrijmaakt, al ben ik dan weer niet het heilige boontje dat elke zondag vooraan in de kerk zit. De SP is voor mij de partij die Bijbelse waarden als gelijkwaardigheid en omkijken naar je naaste het beste van een politieke vertaling voorziet.”
De ChristenUnie doet dat niet?
„Minder. In Zwolle, waar ik fractievoorzitter van de SP-raadsfractie ben, zit de CU in het college. Maar wat ze daar bereiken, is echt miniem. Er wordt gewoon gekort op de uitkeringen en op hulp aan daklozen, en er wordt wél geïnvesteerd in grote projecten en er wordt een garantiestelling afgegeven voor de lokale voetbalclub PEC Zwolle.
Ik snap best dat je in een coalitie moet geven en nemen, maar de CU zou weleens wat vaker met de vuist op tafel mogen slaan. Pas moest een van de nieuw te bouwen basisscholen wijken na een discussie over de vraag of er voldoende leerlingen waren. Wat schetst mijn verbazing toen ik zag dat de eerste die van tafel ging, die van de vrijgemaakte signatuur was. Dan denk ik: Kom op zeg! Je zit wél in het college, hoor!”
U bent actief in een partij die de huidige abortuswet, die ruimte geeft aan meer dan 30.000 abortussen per jaar, prima vindt…
„Neeee… Dat kun je zo niet zeggen. Wij zijn bij euthanasie en abortus heel terughoudend. Maar principieel en in alle gevallen tegen abortus ben ik inderdaad niet.”
Toch is de Bijbel er duidelijk over: Gij zult niet doden.
„Jawel, maar ik kan niet oordelen over individuele gevallen. Het is voor iedereen anders. Stel, iemand krijgt een zwaar gehandicapt kindje met een open ruggetje, ik zou me daar als politicus geen oordeel over durven vormen. Beslissingen daarover moeten in samenspraak tussen patiënt en arts genomen worden. Die kennen de concrete omstandigheden.
Dat neemt niet weg dat ik binnen mijn partij wel de vinger aan de pols wil houden dat we op dit punt niet te progressief worden. Ik wil niet bij de lijn van D66 of GroenLinks uitkomen, zo van: alles moet kunnen.”
Een ander punt: de vrijheid van onderwijs lijkt bij de SP niet bepaald in goede handen.
„Niet? Is dát het beeld dat van ons bestaat?”
Zeker. Uw collega Jasper van Dijk maakt al jaren een nummer van het niet-bestaande probleem van homoseksuele leerkrachten op orthodox-christelijke scholen.
„Jasper vindt dit thema interessant; hij komt zelf uit hervormde hoek. Daarom heeft hij ook diverse reformatorische scholen bezocht. Over dit laatste heb ik meerdere malen met hem gesproken. En dacht ik zo af en toe: Jasper, misschien is het goed dat je even een andere strijd gaat voeren, bijvoorbeeld voor goed onderwijs. Je hebt je punt nu wel gemaakt.”
Zo’n onderwerp moet voor de SP geen topprioriteit zijn?
„Vind ik niet. Neem nu –ander thema– de weigerambtenaar. In verkiezingstijd had ik een debat met Linda Voortman van GroenLinks. Ik zei: Jij bent hier nu al tien minuten over aan ’t praten, maar ik snap het probleem niet. Laten we ons vooral bezighouden met het oplossen van de huidige crisis.
Toen werd ze boos. Ze zei: Jij bent voor de weigerambtenaar. Wat natuurlijk niet klopt. Ik vind het alleen een thema dat is opgeklopt.”
Nog één keer terug naar uw keuze voor de SP. Is het een bredere ontwikkeling in gereformeerd-vrijgemaakte kring om voor een seculiere partij te kiezen?
„Ik denk van wel. Niet dat ik véél mensen uit mijn kerk ken die het buiten de ChristenUnie zoeken. In Zwolle weet ik maar van een enkeling dat hij net als ik lid is van de SP. Mijn vriend is lid van de vrijgemaakte kerk in Kampen. En lid van de SP. Tot die gemeente behoorde trouwens ook Marcial Hernandez, het oud-PVV-Kamerlid.
Maar iedereen kan zien dat de gereformeerd vrijgemaakten de laatste jaren opener zijn geworden naar de buitenwereld. Bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer –ik stond toen op nummer 18 van de lijst– kreeg ik ruim 3000 stemmen. Ik vermóéd dat daar veel mensen onder zaten die graag op een christelijke SP’er stemden.”