De regeringsleiders moeten er tijdens hun top van halverwege volgende maand nog goedkeuring aan hechten. Het idee om versneld een begin te maken met een reeks van beoogde grootschalige werkzaamheden is ontstaan vanuit de gedachte dat dit de economische groei in de EU naar een hoger niveau kan tillen. „De plannen moeten fungeren als een katalysator om de bedrijvigheid aan te zwengelen”, zei voorzitter van de Commissie Prodi dinsdag in een toelichting.

Hij heeft samen met zijn ploeg een ”quick start-lijst” van 56 grensoverschrijdende projecten opgesteld. Daarbij gaat het om 31 weg-, spoor- en waterverbindingen, 17 netwerken in de sfeer van de energievoorziening en 8 onderzoeksinitiatieven. In de selectie zitten bijvoorbeeld een hogesnelheidslijn tussen Portugal en Noord-Spanje, een spoortunnel onder de Brennerpas tussen Oostenrijk en Italië en een gaspijplijn tussen Groot-Brittannië en Rusland, via Nederland.

De geraamde kosten moeten voor 60 procent worden gefinancierd uit de publieke kassen, de ene helft daarvan met geld uit het budget van de Unie en de andere helft met euro’s uit de nationale begrotingen. De overige 40 procent zal moeten bestaan uit kapitaal uit de private sector.

De Europese Investeringsbank (EIB) speelt een centrale rol om die benodigde middelen bijeen te brengen. Om het aantrekkelijk te maken, zullen vermogensverschaffers in de eerste jaren een gegarandeerd rendement ontvangen.

Hier en daar heerst scepsis. Tien jaar geleden koos de EU voor eenzelfde aanpak. Van de plannen die toen werden aangekondigd, kwam echter weinig terecht. Het bedrijfsleven wilde minder investeren dan gehoopt en de lidstaten toonden een gebrek aan betrokkenheid.