Geweld verspreidt zich naar zuiden van Irak
Met een bloedige bomaanslag in Basra lijkt het geweld in Irak zich naar het zuiden van het land te verspreiden. In de strijd tegen aanslagplegers hebben de Amerikanen tot nu toe twintig mogelijke leden van al–Qaeda in Irak gevangengenomen. Ondertussen lijkt het voortdurende geweld diep in te grijpen in de lichamelijke en geestelijke gezondheid van burgers enmilitairen.
Een bomexplosie op een weg in de Zuid–Iraakse stad Basra kostte dinsdagochtend het leven aan de vier inzittenden van een minibusje. Onder hen waren vermoedelijk twee Iraakse politieagenten. Een aantal voorbijgangers, onder wie scholieren, raakte door de explosie gewond.
Er waren tot nu toe weinig aanslagen in het sjiitische zuiden. Het gebied rond de havenstad Basra staat onder controle van de Britse strijdkrachten. Verzet tegen de bezetting leek vooral geconcentreerd in centraal–Irak, waar veel soennieten wonen, de geloofsgroep waar het regime van Saddam Hussein in belangrijke mate op steunde.
In Bagdad raakten dinsdag negen mensen gewond toen een bom ontplofte voor een gerechtsgebouw. De Arabische nieuwszender al–Jazeera heeft ook nieuwe aanvallen gemeld op Amerikaanse troepen in Fallujah ten westen van Bagdad en Tikrit ten noorden van de hoofdstad.
Het Amerikaanse Centrale Commando heeft dinsdag laten weten dat Amerikaanse militairen de ’burgemeester’ van de sjiitische wijk van Bagdad, Sadr City, zondag hebben doodgeschoten. Zij beschoten hem, omdat hij geen gehoor gaf aan hun instructies. De bestuurder gold overigens als pro–Amerikaans.
De Amerikaanse legerhelikopter die vorige week bij Tikrit neerstortte, is neergehaald met een luchtdoelraket. Dat heeft een Amerikaanse officier in Bagdad dinsdag verklaard. De Amerikanen hadden tot dusverre gemeld dat het toestel vrijdag gedwongen werd te landen. De zes inzittenden verloren het leven.
De twintig opgepakt personen die worden verdacht van banden met al–Qaeda worden volgens de Amerikaanse generaal Ricardo Sanchez momenteel verhoord. De Amerikanen denken dat buitenlandse strijders die banden hebben met al–Qaeda verantwoordelijk zijn voor veel aanslagen op Amerikaanse militairen in Irak.Sanchez zei dat de meeste buitenlandse strijders Irak binnenkomen via Syrië en Iran. Hoeveel buitenlanders er vechten, is onbekend. Het verzet tegen de coalitietroepen is recentelijk geïntensiveerd, aldus de generaal.
Het voortdurende geweld in Irak grijpt diep in op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van burgers en militairen. Dat zal nog generaties lang te merken zijn. Tussen 20 maart (de inval van de coalitietroepen) en 20 oktober dit jaar zijn als gevolg van de oorlog tussen de 22.000 en 55.000 mensen gestorven. Dat heeft de Britse hulpverleningsorganisatie Medact becijferd.
„De gezondheid van het Iraakse volk is over het algemeen slechter dan voor de oorlog, en die was al niet best volgens internationale normen", staat in het rapport van Medact dat dinsdag is verschenen. De verwoestingen in het land hebben grote gevolgen voor de Irakezen. De armoede is toegenomen en het aantal ondervoede mensen verdubbeld. Ziektes als cholera en mazelen steken de kop op. Het rapport stelt dat de oorlog watervoorraden heeft verwoest, zodat er niet genoeg schoon water meer is. Oliebranden hebben de lucht vervuild.
Burgers kampen bovendien door de gewelddadigheden met stress en voelen zich onveilig, terwijl de hulpverlenings– en medische instanties niet goed meer functioneren. Buitenlandse hulpverleners zijn ook nog maar nauwelijks aanwezig. Medact stelt dat het nu zaak is de veiligheid te herstellen, de economie weer op gang te brengen en een goed stelsel van gezondheidsdiensten op te zetten.