Geschiedenis

Honderd jaar Vredespaleis: tempel voor betere wereld

Wie wil weten wat het woord grandeur inhoudt, kan een blik op het Vredespaleis werpen. Op 28 augustus 1913 werd deze ”tempel van de vrede” in het park Zorgvliet tussen Den Haag en Scheveningen feestelijk geopend.

Evert van Vlastuin

27 August 2013 19:21Gewijzigd op 15 November 2020 05:30
De belangrijkste organisatie in het Vredespaleis is vandaag de dag het Internationaal Gerechtshof (ICJ), het rechtsorgaan van de Verenigde Naties. Foto ANP
De belangrijkste organisatie in het Vredespaleis is vandaag de dag het Internationaal Gerechtshof (ICJ), het rechtsorgaan van de Verenigde Naties. Foto ANP

Door de vele kleine spitsen en de grote toren op een van de hoeken heeft het gebouw iets van een sprookjespaleis. Oorspronkelijk had de Franse architect Louis Cordonnier vier van zulke torens in het ontwerp gestopt, maar dat zou te duur zijn.

Toch is het Vredespaleis bepaald geen goedkoop gebouw. De Schots-Amerikaanse zakenman Andrew Carnegie besloot er rond 1900 1,5 miljoen dollar (toen 3,7 miljoen gulden) aan te schenken. Zijn voorwaarde was dat er van dit bedrag ook een bibliotheek over internationaal recht zou worden opgebouwd.

Na honderd jaar blijkt het geld voor deze beide doelen goed te zijn besteed. Wat het gebouw betreft: aanvankelijk was er een heftige discussie over het overdadig geachte ontwerp van Cordonnier, maar nu is elke Hagenaar er trots op. Zelfs de Duitsers deden in de oorlog moeite om het paleis en het park te sparen.

Dan de bibliotheek: die herbergt nog altijd alle boeken over internationaal recht, van het werk van Hugo de Groot tot de nieuwste literatuur. Het Vredespaleis is hierdoor een wereldwijd kenniscentrum. Elk jaar is er bijvoorbeeld een zomerschool voor studenten uit de hele wereld, in samenwerking met de Carnegiestichting. Op één punt zou Carnegie wel teleurgesteld zijn. Het Vredespaleis was in 1913 vrij letterlijk de kroon op het ideaal van geweldloosheid. In plaats van met elkaar op de vuist te gaan, zouden staten in dit gebouw gezamenlijk recht en rede omhelzen. De wapens zouden rusten (en hopelijk ook roesten).

Aan het eind van de negentiende eeuw kende de vredesbeweging een ongekende bloei. De industriële revolutie had oorlogen immers alleen maar ellendiger gemaakt. Dat waren de mensen beu.

Aan deze beweging waren indrukwekkende namen verbonden: naast de staalmagnaat Carnegie, de Zweedse zakenman Alfred Nobel (die van de Nobelprijzen), de Russische auteur Tolstoj alsmede de Duitse schrijfster Bertha von Suttner. Eromheen waren velen sympathisanten, onder wie tsaar Nicolaas II en koningin Wilhelmina.

Vanuit deze beweging groeide in 1899 de Eerste Haagse Vredesconferentie, waaraan een kleine dertig landen meededen. De besprekingen vonden plaats op Wilhelmina’s (zomer)paleis Huis ten Bosch.

De deelnemende landen bereikten tastbare resultaten, waaronder de afspraak om een Hof van Arbitrage op te richten. Hier zouden landen met hun geschillen naartoe kunnen komen en bemiddeling vragen.

In een wereld van oorlog en geweld was bemiddeling iets veelbelovends. Daar moest een passende behuizing voor komen. Na een internationale prijsvraag onder architecten werd dit Cordonniers Vredespaleis. De verwachtingen van de voorstanders van het internationaal recht zijn wellicht het best tot uitdrukking gebracht in de drie glas-in-loodramen in de Grote Rechtszaal. Het eerste raam beeldt de chaos uit van de primitieve wereld, waarin verovering en overheersing de norm zijn. Het tweede venster biedt een blik op de wereld die door de teugel van het recht wordt beheerst. En het derde raam toont de toekomst onder de noemer ”Vrede gerealiseerd”. Dat was de betere wereld die komen zou.

Elf maanden na de opening van het Vredespaleis bleek dat dit voorlopig allemaal een ideaal zou blijven. Toen brak de Eerste Wereldoorlog uit, die later in gruwelijkheid werd overtroffen door de Tweede Wereldoorlog. Ook na honderd jaar is de doorbraak van het vrederijk er nog niet.

Na de Tweede Wereldoorlog bleef het Vredespaleis het Permanent Hof van Arbitrage huisvesten. Maar er kwam nog een veel belangrijker instituut bij: het Internationaal Gerechtshof (ICJ). Daar kunnen staten klachten indienen tegen andere staten, waarna de rechters daarover vervolgens beslissen.

Het Vredespaleis viert zijn honderdjarig bestaan morgen met een feestelijke bijeenkomst in aanwezigheid van koning Willem-Alexander, premier Rutte en VN-topman Ban Ki Moon.

www.100jaar.vredespaleis.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer