Nijvere plukkers van blauwe bessen
IJHORST. Het is een geliefd vakantiebaantje bij tientallen jongeren in Zuidwest-Drenthe en Noordwest-Overijssel: bessen plukken op kwekerij De Heerenhorst in IJhorst. Duizenden kilo’s blauwe bolletjes wachten op nijvere plukkers. Oogsttijd.
Tientallen kinderen en jongeren uit de hele regio komen dezer weken naar het bedrijf van Marie (64) en Nanno (67) Haaijer om blauwe bessen te plukken, broodtrommeltje in de tas, stevige schoenen aan de voeten. Twee hectare bessenstruiken hangen vol met maar liefst acht soorten. De kwekerij ligt precies op de grens van Drenthe en Overijssel. De zurige grond is volgens de kweker ideaal voor de Amerikaanse blauwe bes, want die hangt aan de struiken.
„Leuk om te doen en je verdient er ook nog geld mee”, zegt de 13-jarige Esther de Weerd uit Staphorst. Twee weken lang is ze op de kwekerij te vinden, anderen werken zelfs drie weken tussen het gebladerte. Tot half oktober is het nog oogsttijd. „Soms heb je wel zere benen, maar het werk is goed te doen”, vindt de 14-jarige Laura Compagner uit Balkbrug. Snel schiet ze weer tussen het gebladerte. Dralen kost geld.
Het is een bedrijvigheid van jewelste. Kratjes gaan op een pallet en is deze vol, dan rijdt Haaijer ze met een klein ploffend tractortje richting koelcel. Wie snel plukt, kan een aardige zakcent verdienen, tot wel 50 euro in een uurtje of zes.
Sinds de jaren tachtig teelt het echtpaar Haaijer de Amerikaanse blauwe bes op zijn kwekerij aan de Heerenweg. Het overgrote deel gaat naar de veiling, maar aan huis wordt ook verkocht. In een goed jaar levert de kwekerij 20.000 kilo op, maar bij een strenge winter is de oogst beduidend minder. Nu is de opbrengst redelijk.
Drie euro per kratje levert het op. Sommigen plukken vijftien kratjes bij elkaar of meer. Het is wel zaak dat je met een papiertje aangeeft dat jij de plukker bent. Haaijer zet dat in de computer en trekt later de knip.
De fruitteelt was niet de eerste beroepskeuze van het echtpaar in IJhorst. Haaijer is afkomstig uit de wegenbouw. Het telen begon als hobby vanuit zijn woning in Ommen. „Die wegenbouw was mooi, maar het was ook koehandel tussen de grote bedrijven.” Het begon hem tegen te staan en in 1985 kozen hij en zijn vrouw definitief voor de blauwe bes.