Gevelsteen kerktoren Oud-Beijerland glimt weer
OUD-BEIJERLAND. Een 17e-eeuwse gevelsteen op de toren van de oude Dorpskerk in Oud-Beijerland is volledig gerestaureerd –inclusief bladgoud– dankzij een volhardende vrijwilliger.
Pas op met schilder Piet Hoogvliet. Pompt joviaal je hand, maar verft ’m intussen meteen even rood. Schildershumor. Maar schilderen kan hij: de gevelsteen op de Oud-Beijerlandse toren glimt als nooit tevoren.
De kerktoren van de Dorpskerk is, alleen al vanwege de hoogte, een van de meest in het oog springende monumenten van het Zuid-Hollandse dorp. Het gebouw is een voortzetting van een eenvoudig kerkje dat op dezelfde plaats gestaan moet hebben. In 1567 werd de eerste steen gelegd voor de bouw van de huidige kerk. Bij een uitbreiding in 1604 werd besloten meteen een toren te bouwen. Gefinancierd door gravin Sabina van Egmond, weduwe van George Eberhardt, graaf van Solms-Lich.
Alliantie
Als aandenken aan de bouw krijgt de toren een gevelsteen boven de nieuwe ingang naar de kerk. Naast het bouwjaar van de toren draagt de steen een bijzonder wapen. Een zogenaamd alliantiewapen, een samenvoeging van twee familiewapens, van Sabina van Egmond en graaf George Eberhardt van Solms dus.
De gevelsteen was dringend aan een opknapbeurt toe. De kleuren waren sterk vervaagd en dat viel veel mensen op, onder wie de kerkrentmeesters van de Dorpskerk. „We hebben daarom contact opgenomen met het gemeentebestuur, want de toren is eigendom van de burgerlijke gemeente, en niet van de kerk”, licht oud kerkrentmeester J. Leeuwenburgh toe. „We hebben als kerkelijke gemeente veel vrijwilligers, die van grote waarde zijn voor het onderhoud van de monumentale kerk. Piet Hoogvliet is een van hen. De gepensioneerde schilder neemt nog graag de kwast ter hand. In goed overleg met monumentenzorg kon hij aan de slag.
Expertise
Het werk is gebonden aan strenge regels en voorschriften. Leeuwenburgh: „Bij de Hoge Raad van Adel hebben we de exacte kleurstelling kunnen achterhalen.” Er is ook veel expertise voor nodig om die kleuren vervolgens te maken. „Ik heb ze zelf moeten mengen”, knikt Hoogvliet. Hij spendeerde veel uren aan de klus. „Het wapen had een grondige schoonmaakbeurt nodig. Vervolgens moet je met veel geduld met de penseel aan de slag.”
Trots toont hij het speciale procedé waarmee een dun laagje bladgoud op het wapen wordt aangebracht. „Nu glimt het nog behoorlijk, maar dat slijt er in de buitenlucht geleidelijk aan weer een beetje af.” Het resultaat mag er zijn.
Wintermaanden
Al eerder knapte de schilder in ruste het oude lofwerk van het kerkorgel op, dat een fraai plekje in de kerk kreeg. „Echt iets om in alle rust in de wintermaanden te doen.” En als het om onderhoud gaat, heeft hij altijd wel iets om handen. „Nu we het er toch over hebben: deze twee stenen als herinnering aan een verdere vergroting van de kerk in 1650 zijn ook wel aan een beurtje toe”, wijst Leeuwenburgh lachend. Ook dat wordt wel wat. Hoogvliet bekijkt de nieuwe ‘opdracht’ van alle kanten. „Mooi klusje hoor.”