Protest tegen sloop kerken in Frankrijk
PARIJS. De Franse vereniging voor bescherming van het landschap en de esthetiek luidt de noodklok over het verdwijnen van historische kerken.
De hoge onderhoudskosten van kerkgebouwen zijn volgens voorzitter Jean-Louis Hannebert de voornaamste oorzaak van het probleem. Daarnaast is er in Frankrijk, waar nog maar 4,5 procent van de bevolking regelmatig een kerkdienst bijwoont, onvoldoende oog voor de symboolfunctie die religieuze gebouwen vervullen. „Maar een dorp zonder kerk is eenvoudigweg misvormd”, aldus Hannebert tegen het Franse persbureau AFP.
Een derde van de Franse dorpskerken dateert uit de 19e eeuw. Omdat veel van deze bouwwerken geen monumentale status hebben, worden zij het snelst getroffen door de slopershamer. Een voorbeeld is Saint-Aubin-du-Pavail in Bretagne. In januari werd de 150 jaar oude kerk van dit dorp met de grond gelijk gemaakt. De weinige kerkgangers die er nog waren moeten het nu doen met een klein noodgebouwtje op de plaats waar vroeger het altaar van de kerk stond. Zinken dakplaten houden de bezoekers droog. „Er is een gat geslagen in het dorp”, klaagt inwoner Michael Vitton.
In Frankrijk komt het onderhoud van kerken meestal voor rekening van de burgerlijke gemeente. Isabelle Marchal van het ministerie van Cultuur in Parijs stelt dat kerkgebouwen veelal een integraal onderdeel vormen van dorpen en steden. Sloop van een bedehuis acht ze dan ook schadelijk.
Toch kan het ministerie overijverige gemeentebestuurders er niet altijd van weerhouden de slopershamer ter hand te nemen. „Soms lukt het om de plannen te bevriezen, zodat de monumentale waarde van een gebouw in kaart kan worden gebracht.” Gemeentebesturen die desalniettemin besluiten om over te gaan tot afbraak van een kerkgebouw, trekken in de ogen van Marchal echter meestal „de verkeerde conclusie.”