Commentaar: Intellectuele kerkganger hunkert naar waarheid en oprechtheid
Zeer intelligente mensen voelen zich niet tot het geloof aangetrokken omdat ze dat irrationeel vinden. In een uitgebreide studie concluderen drie Amerikaanse psychologen dat hoogbegaafde mensen weinig hebben met het geloof. Oorzaken? Ze hebben moeite met dogma’s, denken analytisch en zien religie als een rem op hun eigen ontplooiingsmogelijkheden.
Helemaal vreemd is die conclusie niet. Een substantieel deel van de kerkelijke jongeren dat gaat studeren, zegt de kerk vaarwel. Dat is al lang bekend. Evenzo weet elke predikant of ouderling vanuit het pastoraat dat intellectuele gemeenteleden soms knap lastig kunnen zijn. Ze stellen kritische vragen, hebben nogal eens aanmerkingen op de prediking en weten het vrijwel altijd beter. Dat ervaren de broeders soms als heel vervelend.
Hoewel dat laatste misschien soms wel begrijpelijk is, is dat niet de juiste grondhouding. Wie als ambtsdrager de kritische vragen van deze mensen niet serieus neemt, heeft bij voorbaat de boot gemist. Wie probeert met dooddoeners de kritische geluiden te laten verstommen, moet er niet op rekenen een mens, en dus een ziel, gewonnen te hebben. Als de criticaster al zwijgt, is er slechts sprake van geveinsde onderwerping.
Hoe lastig ook, predikanten en ouderlingen doen er verstandig aan goed te luisteren naar de vragen en opmerkingen van intelligente leden. Betekent dit dat ze dan ook altijd elke kritische opmerking zomaar moeten overnemen? Zeker niet. Houdt dat in dat er op elke lastige vraag een antwoord gegeven moet worden? Dat ook niet. Soms is het beter om gewoon ruiterlijk te erkennen dat men het antwoord niet weet. Dat is eerlijk en hoeft bepaald niet het gezag van predikant of ouderling te ondergraven.
Zoals in heel het pastoraat zoeken intellectuele kerkleden naar oprechtheid. Achter hun kritische opstelling gaat vaak een hunkering naar intrinsieke waarheid schuil. Als een eenvoudige, weinig geletterde ambtsdrager daar iets van laat doorklinken in een gesprek met meer bestudeerde gemeenteleden, dan hoeven zijn onbeholpenheid en beperkte opleiding geen belemmering te zijn. Dan gaan kritische kerkleden zien dat de Boom der kennis niet dezelfde is als de Boom des levens.
Kritische kerkleden zullen op hun beurt vooral zicht moeten krijgen op hetgeen echte wijsheid is. Hun geleerdheid kan hen soms het idee geven het allemaal beter te weten of scherper te zien dan de gemiddelde kerkganger. Zij vergeten weleens dat hun wijsheid in de Bijbel soms waanwijsheid wordt genoemd.
Jezus Christus heeft tijdens Zijn verblijf op aarde gezegd dat ieder mens die groot wil zijn in Gods Koninkrijk moet worden als een kind. Die grondhouding leidt tot het besef dat wij slechts ten dele kennen. Paulus, die beslist intelligent is geweest, besefte dat hij maar weinig wist. „Wij kennen ten dele”, schrijft hij aan de gemeente van Korinthe. Een hoogbegaafd kerklid kan altijd nog leren, ook van een eenvoudige ambtsdrager. En omgekeerd kan de kerk nut hebben van mensen die hoogbegaafd en hoogopgeleid zijn. Als men maar oog voor elkaar heeft en houdt.