Voor loonbedrijf Hage is de drukste tijd van het jaar begonnen
Loonwerkers hebben een onregelmatig leven. Hard werken, veel stress en weinig tijd voor privé. Niet iets om je zoon aan te raden, vinden Jan Willem (41) en Kees (38) Hage uit Scherpenisse. Toch namen ze zelf vijftien jaar geleden „met volle overtuiging” het familiebedrijf van vader Mart (66) over.
Tijdens het gesprek op kantoor en de rondleiding door de loodsen blijkt dat de broers stiekem best wel trots zijn op hun onderneming. Met passie praten ze over het werk, het contact met de klanten en over hun machines. Grote, goed onderhouden maaidorsers staan klaar om het land op te gaan. Een medewerker sleutelt aan een aardappelrooier, even verderop spuit iemand een tractor schoon.
Voor loonbedrijf Hage staat de drukste tijd van het jaar voor de deur. De graanoogst is voorzichtig op gang gekomen en straks volgen uien, aardappelen, wortels en suikerbieten. Het werk is sterk afhankelijk van het weer. Als de gewassen rijp zijn, moeten ze van het land. De ondernemers en hun medewerkers zitten dan hele dagen en soms halve nachten op het land. En dat zes dagen per week. Op zondag staan de machines stil en klanten weten dat daar niet aan wordt getornd.
In 1932 begon opa Jan in de dorpskom van Poortvliet met een op de pof gekochte Allis Chalmertractor. Sinds 2000 zit het bedrijf op de voormalige vestiging van aardappelverwerker Lamb Weston Meijer in Scherpenisse. In de grote loodsen is ruimte genoeg voor de enorme machines waarmee de loonwerkers tegenwoordig het land op gaan. Ook zijn er bewaarplaatsen voor aardappelen, wortelen en uien die een deel van het jaar worden verhuurd. Momenteel staan er tientallen kisten graszaad – begin vorige week dorste Hage het laatste perceel.
De meeste klanten zitten op het eiland Tholen, een echt akkerbouwgebied. „We zitten niet in mest, gewasbescherming en mais hakselen maar voor de rest doen we alles, van zaaien en poten tot en met oogsten”, zegt Jan Willem.
Een bijzondere specialisatie van Hage is de oogst van cichorei, een gewas dat verwant is aan witlof. Uit de wortels, die wel wat lijken op suikerbieten maar langer en smaller zijn, wordt inuline gewonnen. Dat is een voedingsvezel die als vetvervanger in etenswaren wordt verwerkt. Hage heeft een rooimachine die helemaal voor chichorei is aangepast en ook alleen voor dat gewas wordt gebruikt. „Collega’s werken met een tijdelijk omgebouwde bietenrooier, maar dan heb je toch meer oogstverliezen”, zegt Kees.
Daarmee roert hij een punt aan waarmee de broers zich willen onderscheiden: het leveren van kwaliteitswerk. Moderne, goed onderhouden machines zijn daarvoor de basis. Kees: „Bezuinig nooit op onderhoud. Niets is voor een klant zo frusterend als dat je tijdens het werk op het land stil komt te staan.” Ook goed personeel is cruciaal. Jan Willem: „We vinden vooral de arbeidsmentaliteit belangrijk. Jongens die niet zeuren maar aanpakken. Het echte werk leren ze voor 90 procent in het bedrijf. Met een combine rijden kan iedereen, maar de machine goed afstellen is een kwestie van ervaring.”
Door de schaalvergroting zijn akkerbouwbedrijven steeds groter geworden. Dit heeft gevolgen voor de loonwerker. „Grote klanten kunnen meer eisen stellen”, weet Kees. Jan Willem: „Maar we gaan niet werken voor een prijs waarvoor het eigenlijk niet kan.”
Dat laatste is in loonwerkersland een gevoelige zaak. De concurrentie is groot. De broers kunnen zomaar vijf of zes bedrijven uit de wat wijdere omgeving opnoemen die de afgelopen twee jaar de deuren moesten sluiten. „Door concurrentie uit België en doordat ze hun prijzen niet durfden verhogen”, zegt Jan Willem. „Je moet je natuurlijk niet uit de markt prijzen, maar je moet wel bijblijven met je tarieven. Als je kwaliteit levert en je klanten snel bedient, accepteren ze dat.”
Landbouwmachines worden steeds groter. Maaidorsers zijn 7,5 meter breed en halen per uur 2,5 tot 3 hectare graan van het land. Bietenrooiers kunnen in een uur een hectare aan, wat neerkomt op 80 tot 90 ton suikerbieten. Zulke machines kosten tonnen. Voor een individuele akkerbouwer zijn ze simpelweg te duur om de investering rendabel te maken. Kees: „Veel van onze machines werken vijf tot zes weken, de rest van het jaar staan ze stil.”
Kijkend naar de toekomst streven de broers er naar om wat meer werk buiten de landbouw binnen te halen. Dat helpt om de risico’s te spreiden. Een leuke opsteker is een klus voor het waterschap Zeeuwse Eilanden: samen met twee collegabedrijven mag Hage 900 kilometer sloten in de omgeving klepelen. Ze hebben er een trekker en klepelmaaier met bodemfrees voor aangeschaft.
De twee broers weten zich gezegend. „Ik kan niet zeggen dat het ons ooit aan omzet ontbroken heeft”, zegt Jan Willem.
Bedrijfsgegevens
Naam: Loonbedrijf Hage
Plaats: Scherpenisse
Sinds: 1932
Aantal medewerkers: 11
Activiteiten: loonwerk in de akkerbouw (70 procent) en voor gemeente en waterschap