Escalatie dreigt in Golfstaatje Bahrein
De komende dagen kunnen voor het golfstaatje Bahrein weleens bepalend zijn voor de verre toekomst. De ontevreden sjiitische meerderheid wil namelijk langdurige protestacties beginnen.
De 14e augustus is onafhankelijkheidsdag in Bahrein. De kleine Arabische Golfstaat herdenkt dan dat hij in 1971 zijn zelfstandigheid uitriep. Maar dit jaar lijkt er weinig reden voor feestelijkheden en is de sfeer aan de vooravond van deze datum uiterst grimmig.
Ook in Bahrein gingen in 2011 de massa’s de straat op om te eisen dat de langzittende heersers het veld zouden ruimen. Maar in Bahrein is een factor waardoor dit minder eenvoudig is. Het land heeft namelijk een complexe samenstelling van de bevolking.
De sjiitische moslims vormen er een meerderheid van zo’n 70 procent, maar ze hebben niet het bestuur in handen. De regering berust bij de familie al-Khalifa, en die is soennitisch. Omdat de regering soennitisch is, worden ook topposities in het Bahreinse leger, de politiek en het bedrijfsleven vrijwel uitsluitend onder deze bevolkingsgroep verdeeld.
Dit ligt natuurlijk uiterst gevoelig. De sjiitische meerderheid voelt zich sinds jaar en dag gediscrimineerd en achtergesteld. Maar er is weinig ruimte voor protest.
In februari 2011 braken er protesten uit, maar die werden bloedig neergeslagen door leger en politie. Toch kon dit niet verhinderen dat er een officiële sjiitische oppositie ontstond. Die noemt zich de ”Coalitie van de 14e februari”.
Het leek er even op dat de autoriteiten van Bahrein de zaak niet onder controle kregen. Daarom stuurden de andere Arabische Golfstaten troepen naar Bahrein, onder leiding van Saudi-Arabië. De buurlanden vreesden namelijk een domino-effect in het geval de soennitische dynastie van al-Khalifa omver zou worden geworpen.
Hiermee is het signaal aan de oppositie gegeven: Al te luide protesten van de kant van de sjiieten zullen met geweld worden gesmoord. Demonstraties tegen het regime worden niet getolereerd. En dit signaal komt niet alleen van de regering van Bahrein zelf, maar ook uit de omringende golfstaten.
De regering van Bahrein beschouwde de protestbeweging vanaf het begin als een vijfde colonne. Een verradersbeweging waar waarschijnlijk Iran achter zat. Sommige analisten denken dat dit de reden is waarom het Westen zwijgt over de schendingen van mensenrechten in Bahrein.
Vanaf begin 2011 werden in het land 38 sjiitische moskeeën en culturele centra verwoest. Ziekenhuispersoneel en artsen die gewonde demonstranten medische zorg boden, werden botweg gearresteerd. Mensenrechtenorganisaties stellen dat het martelen van gevangenen in Bahrein eerder regel dan uitzondering is.
En toch volgde er nauwelijks kritiek uit het Westen. Sommige waarnemers verklaren dit vanuit het feit dat Iran (en de door Iran geleide sjiitische as van verzet in het Midden-Oosten) daar wordt gezien als de belangrijkste bedreiging voor de veiligheid. Daarom konden de sjiitische demonstranten in Bahrein op weinig sympathie in het Westen rekenen.
Er is nog een andere reden waarom het Westen (en vooral de Verenigde Staten) belang heeft bij de gevestigde orde in het golfstaatje. De Amerikaanse vijfde vloot ligt aangemeerd in dit land. Dat betekent dat Washington er weinig belang bij heeft dat de status-quo in het land verandert.
Er zijn veel aanwijzingen dat de situatie in Bahrein de komende maanden zal veranderen. Waarschijnlijk gaat het naar een escalatie toe.
In Egypte was het de beweging ”Tamarrud” (rebellie) die leidde tot het afzetten van president Morsi. En in navolging daarvan is nu ook in Bahrein een beweging onder de naam ”Tamarrud” opgericht. Die heeft ertoe opgeroepen om vanaf morgen, onafhankelijkheidsdag, te gaan demonstreren tegen de regering.
Eind vorige maand riep koning Hamad al-Khalifa het soennitisch gedomineerde parlement bij elkaar voor een extra zitting. Dit was een ongebruikelijke stap. Vooral het taalgebruik van sommige parlementariërs was onthutsend. Eén parlementslid noemde de sjiieten ”honden”.
Tijdens deze ene zitting op 28 juli werden maar liefst 22 draconische wetten aangenomen met als doel het „terrorisme te bestrijden.” De clou van deze actie is dat het oproepen tot demonstraties feitelijk gelijk wordt gesteld aan het aanzetten tot terrorisme. Tevens werd aangekondigd dat burgers die zich hieraan schuldig maken, het staatsburgerschap van Bahrein wordt ontnomen.
Na deze zitting van het parlement zijn verzoening en een politieke dialoog eigenlijk onmogelijk geworden in Bahrein. Iedereen wacht met spanning af wat er morgen gaat gebeuren en wat het vervolg is.
Het is duidelijk dat de posities zijn verhard. Veel sjiitische activisten en intellectuelen vrezen dat Bahrein terechtkomt in een spiraal van een gewelddadige actie en reactie.
Het is niet uitgesloten dat de demonstraties ook een uitstraling op de golfregio hebben. Daar zijn vaak omvangrijke sjiitische minderheden.
Het is mogelijk dat deze ook in beweging komen zodra het optreden van de Bahreinse geloofsgenoten effect heeft.