Ze baseert zich onder meer op haar ervaringen tijdens de Olympische Spelen in de Chinese hoofdstad Peking in 2008. Bussemaker was toen staatssecretaris van Sport. „We hebben daar de mensenrechten wel aan de orde gesteld. Mede door de Olympische Spelen is er in China iets gebeurd dat nooit meer terug is te draaien. Er zijn contacten ontstaan en er is kennis overgedragen.”

Tijdens de spelen in Peking heeft toenmalig premier Jan Peter Balkenende de Chinese autoriteiten aangesproken op de manier waarop zij met de mensenrechten omgaan. Daarnaast hebben veel Chinezen kennisgemaakt met westerlingen en hun visie op mensenrechten en homo-emancipatie. Zelf werd de minister begeleid door een Chinese studente. „We hadden intensief contact, hebben over van alles en nog wat gesproken. We e-mailen nog steeds. Dit is een voorbeeld op hele kleine schaal, maar het helpt wel.”

In Rusland is het sinds een paar maanden verboden om „propaganda te maken voor niet-traditionele seksuele relaties”. Wie bijvoorbeeld in het bijzijn van kinderen over homoseksualiteit praat, riskeert een hoge boete. Die regel geldt ook voor atleten, heeft de Russische minister van Sport Vitali Moetko gezegd. Bussemaker vindt het goed dat het Internationaal Olympisch Comité daar opheldering over eist.