Analyse: Licht optimisme over economie
APELDOORN. Het is volop zomer. Misschien draagt dat ertoe bij om wat positiever naar de toekomst te kijken. Eindelijk lijkt er nu ook in economisch opzicht een zonnestraaltje door het wolkendek te breken. Deze week valt er een gevoel van licht optimisme te signaleren.
Het NOS Journaal zette woensdagavond de toon. Het haalde twee toppers uit het bedrijfsleven voor de camera die op die dag de halfjaarresultaten presenteerden van de concerns die zij leiden.
Jan Hommen, bestuursvoorzitter van ING, en zijn collega Niek Hoek van Delta Lloyd onttrokken zich aan de sfeer van een niet-aflatend gesomber en spraken het grote publiek opbeurend toe. Dat geeft de burger wellicht moed; en als bij hem het vertrouwen terugkeert, is er veel gewonnen.
In Nederland verkeren we sinds het tweede kwartaal van 2011 vrijwel onafgebroken in een situatie van economische krimp. Alleen het tweede kwartaal van vorig jaar vormde een uitzondering. Volgende week presenteert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het cijfer over de maanden april tot en met juni. Ook daar staat waarschijnlijk een minteken voor. Nederland beleeft een langdurige recessie. De eurozone als geheel eveneens.
Maar donderdag maakte de OESO bekend dat de indicatoren duiden op een herstel. Enkele dagen eerder concludeerde het internationale onderzoeksbureau Markit dat er in juli binnen het gebied met de eenheidsmunt weer groei optrad. De verbetering zou te danken zijn aan de industrie. Voor het eerst in anderhalf jaar ging de bedrijvigheid in die sector omhoog. De activiteit in de dienstensector daalde nog licht.
Vanuit Duitsland volgde woensdag een bevestiging van deze trend. Berlijn meldde dat de industrie bij onze oosterburen in juni 2,4 procent meer heeft geproduceerd dan in mei. Die stijging overtrof veruit de verwachtingen. Analisten rekenden op slechts 0,3 procent.
Een ander lichtpuntje: Eurostat, het statistiekbureau van de EU, telde in juni binnen de eurozone 24.000 minder werklozen dan in de maand ervoor. In verhouding tot de omvang van de beroepsbevolking stabiliseerde de werkloosheid zich op 12,1 procent.
In Nederland kwamen er echter 16.000 werklozen bij. Dat past in de algemene verwachting dat de opleving hier vooralsnog achterblijft bij die in de rest van Europa.
De somberheid afschudden, dat zou mooi zijn; laten we het hopen. Tegelijk geldt het bekende spreekwoord: één zwaluw maakt nog geen zomer. Die kanttekening plaatste ook Markit bij zijn bevindingen. Econoom Rob Dobson van deze organisatie wees erop dat er eerder vergelijkbare signalen zijn geweest die uiteindelijk niet de voorbode bleken van de gehoopte weg uit het dal.
De politiek in Nederland vierde in de voorbije weken vakantie. Binnenkort keren de dames en heren in Den Haag terug en dan begint de aanloop naar Prinsjesdag. Dat levert ongetwijfeld weer veel discussie op over bezuinigingen en koopkracht. Duidelijk is dat het kabinet op die punten geen goed nieuws kan brengen en dat zet een domper op de stemming onder consumenten.
Het herstel moet daarom voorlopig komen van de export, met dank aan de verbeterde omstandigheden in onder andere de VS en Japan. De groei zal pas vaart krijgen als ook de binnenlandse bestedingen aantrekken. Dat zit er op korte termijn niet in. Hommen mag dan proberen de burger wat moed in te spreken, het economisch bureau van zijn ING raamde half juli dat de consumptie in 2014 voor het vierde achtereenvolgende jaar zal dalen.