Binnen de eurozone loopt het beeld nog wel uiteen. In Italië is volgens de denktank sprake van een duidelijke verbetering, terwijl in Duitsland de groei het langjarig gemiddelde nadert. In Frankrijk lijkt de economische situatie te stabiliseren.

De OESO is ook optimistisch over de vooruitzichten voor de Amerikaanse en de Japanse economie. In China wijzen de indicatoren echter op een afzwakking van de groei. Ook in Brazilië en Rusland verliest de economie aan kracht. In India lijkt het dieptepunt echter te zijn bereikt.

De index van leidende indicatoren voor de eurozone verbeterde deze maand van 100,2 naar 100,4. Een stand van 100 komt overeen met het langjarig gemiddelde. Voor alle OESO-landen samen ging de index van 100,6 naar 100,7.

De afgelopen dagen waren er diverse opbeurende signalen over de Europese economie. Zo bleek donderdagochtend dat de export van Duitsland in juni weer is gegroeid. De uitvoer lag bijna 1 procent hoger dan een maand eerder, nadat in mei nog een afname met 2 procent was geregistreerd. Eerder deze week werd al een flinke stijging van de Duitse industriële productie in juni gemeld. In die maand namen de orders voor Duitse fabrieken ook stevig toe.

Volgende week woensdag komt een groot aantal eurolanden met de eerste schattingen van de economische ontwikkelingen in het tweede kwartaal. Onder meer Nederland, Duitsland en Frankrijk komen dan met hun eerste raming. Italië publiceerde die deze week al. Daaruit bleek dat de krimp van de op twee na grootste economie van de eurozone afgelopen kwartaal is afgenomen.

Rabobank gaf donderdag aan ervan uit te gaan dat de Nederlandse economie in het tweede kwartaal verder is gekrompen. In de tweede helft van het jaar kan een voorzichtig herstel optreden, waardoor de Nederlandse economie in 2014 volgens de economen van de bank waarschijnlijk stabiliseert.