Dat heeft een woordvoerder van het Roemeens Nationaal Historisch Museum donderdagmorgen bekendgemaakt tijdens een persconferentie. De persvoorlichter zei ook dat er sporen van een vierde verbrand schilderij zijn aangetroffen, waarschijnlijk het werk van Lucian Freud, maar dat is niet met zekerheid te zeggen.

De overige werken zijn van de Franse impressionist Claude Monet (twee stuks) en één van de Spanjaard Pablo Picasso. Wat daarmee is gebeurd, is niet duidelijk. Volgens de woordvoerder is de kans bijzonder groot dat ze ook verbrand zijn. Maar omdat deze werken niet op doek maar op papier zijn gemaakt, zullen ze nooit in sporenonderzoek worden aangetroffen: ze verbranden letterlijk compleet.

De woordvoerder van de onderzoekers, tevens directeur van het museum, zei tijdens de persconferentie dat de wet aangescherpt moet worden als het gaat om diefstal van cultureel erfgoed van een dergelijke waarde. Hij vergeleek de kunstroof en het verbranden van de kunstwerken met „een terroristische aanslag als van de Taliban”.

Deskundigen van het Nationaal Historisch Museum hebben 3 maanden lang resten onderzocht die afkomstig waren uit de kachel van Olga Dogaru. Dat is de moeder van een van de hoofdverdachten van de kunstroof, Radu Dogaru. Zij bekende tijdens verhoren in wanhoop de zeven gestolen meesterwerken in de kachel te hebben verbrand, in de hoop haar zoon op die manier uit handen van de politie te kunnen houden.

Een woordvoerder van het onderzoeksteam maakte eind juli bekend dat alle zeven gestolen schilderijen verbrand zouden zijn. Prompt trok Olga Dogaru haar bekentenis in: de schilderijen zouden op een veilige plek zijn verstopt.

Dinsdag begint het proces tegen de vier hoofdverdachten van de schilderijenroof. Volgens hun advocaten zijn ze onschuldig en is het onderzoek naar de asresten slecht uitgevoerd. De advocaten eisen dat het onderzoek wordt overgedaan in het museum het Louvre in Parijs.