Laatste kerk in Zuid-Hollands dorp Vierpolders gaat dicht
Vierpolders heeft vanaf januari 2015 geen kerk meer. De opheffing van de protestantse gemeente wekt bij de medewerkers van het streekarchief in Brielle, waar de stukken van de gemeente liggen, geen verwondering. „Het lijkt wel of het Evangelie niet verder is gekomen dan de Hoeksche Waard.”
Vierpolders is een forenzendorp. Het is er stil, op wat fluitende vogels na. Race- en toerfietsers trappen zich langs het moderne dorpsplein, volgeklinkerd en voor de helft voorzien van parkeerplaatsen.
Twee meisjes skaten om een woonblok. „Ik wil jou niet telkens bezighouden, je moet nu zelf spelen”, zegt de oudste. Ze schiet ervandoor, gevolgd door haar zusje. Een witblond ventje trapt op het lege schoolplein in de warmte verveeld tegen een bal. Een ander kind puft in de schaduw van het gebouw uit. Op het plein schuin voor de kerk staan wat jongeren van een jaar of twintig te praten. Een van hen leunt op het stuur van zijn snorscooter.
Geen kerkman
De gepensioneerde J. Warbout woont een leven lang in Vierpolders. Hij zag hoe het witgepleisterde kerkje steeds minder kerkgangers trok en uiteindelijk moest worden gesloten. „Het kerkbestuur nam dat besluit omdat er geen geld meer was. De gemeente organiseerde van alles om opheffing tegen te houden, zoals koffieochtenden en dorpsavonden. Maar het hielp niet.”
Warbout maakt het niet zo veel uit. „Ik ben niet zo’n kerkman. Maar ik vind het wel jammer voor het dorp. De kerk was er voor huwelijks- en begrafenisplechtigheden. Die houden dan ook op.”
Het godshuis gaat in de verkoop en wordt verbouwd tot woningen, zo is het plan. „Geen idee hoe je die kerk moet verbouwen. Nou ja, het is beter dan een garage. Dat hebben ze in Rockanje, een dorp even verderop, van de kerk gemaakt. Ach, we moeten maar afwachten wat een makelaar erin ziet.”
Maar Warbout is er niet helemaal gerust op. „Ja, zo zie je maar, alles gaat kapot.”
De gepensioneerde arbeider wijst om zich heen. „Dit is hier nieuw gebouwd. Zie je de dijk waar de kerk op staat? Die liep vroeger door, met dijkhuisjes eraan. We woonden daar, maar werden uitgekocht. Tot aan de kerk moest de dijk plat voor nieuwbouw. En nu is er een splinternieuw schoolgebouw neergezet. Het is niet meer zoals het was.
Aan de dijk stond vroeger ook een evangelisatie. Daar kerkten een paar gezinnen. En in de kerk kwamen de boeren. Vooral om de kerkelijke bezittingen te beheren.”
Vergrijsd
Vierpolders was eeuwenlang een landbouwdorp. In de jaren na de oorlog trok het Rotterdamse haven- en industriegebied aan Vierpolders. Nu heeft de kassenteelt het dorp ontdekt.
Zo ging een dorp van letterlijk vier polders –met een kerk uit 1721 op een dijk– net als Jorwerd uit het boek ”Hoe God verdween uit Jorwerd” van Geert Mak de confrontatie aan met de moderne tijd. Nog steeds heeft het dorp met 1700 inwoners genoeg voorzieningen: een openbare basisschool, een buurtsuper, een kapper, een fysiotherapeut, een postkantoortje en een tuincentrum. Even naast de kerk staan wat speeltoestellen op een grasveld. In een woonwijk ligt een trapveldje en buiten het dorp zijn sportvelden aangelegd.
Atelier
Het ledental van de kerkelijke gemeente ging niet gelijk op met het inwonertal van Vierpolders. De gemeente is leeggezogen door Brielle, zei P. van der Ent, voorzitter van de diaconie van de protestantse gemeente Vierpolders, onlangs in deze krant. Er is daar meer kerkelijke verscheidenheid en de kerk is er minder vergrijsd. Het vestingstadje heeft bovendien een knots van een woonwijk gebouwd buiten de wallen. Volgens een van de archivarissen van het Brielse streekarchief bloeit de protestantse gemeente Sint-Catharijne in de stad. Hij gaat daar naar de kerk. „Ik woon in de nieuwbouwwijk Nieuwland. Die valt onder de bebouwde kom van Brielle, maar staat feitelijk op grond van Vierpolders. Eigenlijk had ik daar naar de kerk moeten gaan.”
Vierpoldenaar F. Waardenburg, die zichzelf kunstenaar noemt, laat zijn honden uit. Hij weet niet wat er moet gebeuren met het kerkgebouw. „Misschien zou er een atelier in kunnen komen of kan het worden gebruikt voor buurtactiviteiten. ”
Kerkgangers in Vierpolders zag de dertiger niet meer de laatste tijd. Zelf kent hij de kerk ook niet. „Ik ben van Joodse afkomst, dus ik kom er nooit. Hoewel, tijdens een taxatiedag ben ik er eens binnengelopen. Mooie kerk, hoor.”
Hij vindt het jammer dat de kerk verdwijnt. „Ze bepaalt het dorpsgezicht. Stel je voor dat het gebouw alleen nog wordt gebruikt voor opslag. Ik moet er niet aan denken. Een kerk als woonruimte is ook niet gepast. Zo naast het kerkhof een woning maken, dat past niet bij de sfeer.”
Naast het kerkgebouw ligt inderdaad de begraafplaats. Als de kerk definitief wordt gesloten, wordt de begraafplaats overgenomen door de burgerlijke gemeente. Hier rusten Vierpoldenaars. Bekende streeknamen zijn te lezen op de stenen: Hokke, Poldervaart, Scheijgrond, Snayer en Lobs. De kerk staat ernaast, als een grafmonument van het kerkelijk leven.
Propaganda voor de avonddienst
De hervormde, later protestantse gemeente van Vierpolders is altijd klein geweest. Visitatierapporten uit de twintigste eeuw hebben het over ongeveer dertig kerkgangers op een zondag. Eén keer per jaar wordt het avondmaal er bediend. En op elke bladzijde van de notulen gaat het over geld: schrijft de kerk nog zwarte cijfers of niet?
Toch is de kerk in haar bescheidenheid een bloeiende gemeente, met hoogtepunten als het bezoek in 1957 van koningin Juliana aan Vierpolders en de kerkelijke gemeente. Vanaf circa de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt het gemeentewerk opgezet: jeugdactiviteiten in gebouw De Instuif, Handje Hulp voor diaconale bijstand, een blokfluitclub, en een Vereniging voor Ontspanning en Leuke Tijdsbesteding (VOLT). En een vrouwenvereniging, die bijna al haar jaarverslagen in dichtvorm te boek heeft gesteld: „Op iedere bijeenkomst, die er mag wezen, wordt een stukje uit de bijbel gelezen. Ook zingen we een psalm en gezang. Daarna de notulen, kort of lang. In de pauze wordt altijd koffie geserveerd. Waarbij ieder om de beurten dan tracteert. Dan wat breien of wat haken. Zo ongeveer is de gang van zaken.”
Maar gaandeweg zakt het kerkelijk leven in. De pastorie wordt rond de oorlogsjaren verkocht. Verenigingsgebouw De Instuif volgt in 1970. Voor catechisatie is er nauwelijks belangstelling. De avonddiensten worden bijna niet meer bezocht. Eind jaren zestig gaat het aantal diensten terug naar zes in het winterseizoen. „In elk geval wil men de avonddiensten handhaven, maar hoe de mensen erin te krijgen blijft een onopgelost probleem”, zo wordt in 1970 genotuleerd. De oplossing: „Meer propaganda en niet uitsluitend hervormde predikanten, maar ook voorgangers uit andere kerken, zoals gereformeerde, rooms-katholieke, radiosprekers, zendelingen, heilssoldaten.”
Het eigenzinnige en vrijzinnige optreden van ds. J. van Dijk, predikant van Vierpolders van 1944 tot en met 1971, valt niet zo goed. Kerkenraad en gemeente botsen regelmatig met de predikant. Contact met de confessionele evangelisatie in het dorp weigert ds. Van Dijk ten enenmale. De predikant gaat niet voor in een dienst waarin de wet of de geloofsbelijdenis wordt gelezen. Aan doopvragen doet hij niet. Ouders kunnen zich er toch niet aan houden, zo wordt zijn redenering in de kerkenraadsnotulen verwoord.
Uiteindelijk treedt de kerkenraad op één lid na in 1971 af. Ds. Van Dijk gaat vervroegd met emeritaat. Ds. Van Dijks opvolger, de hulpprediker en latere predikant W. van Buuren, vaart een meer confessionele koers.
J. de Wilde, voorganger van de evangelisatie, overlijdt in de jaren zeventig. Niet lang daarna heeft Vierpolders weer één kerk. In die tijd wordt de band met Zwartewaal, een naburig dorp waarmee de predikant werd gedeeld, losser en richt Vierpolders zich kerkelijk op Brielle.
In een gemeenterapport van 1980-1981 peilt ds. Van Buuren dat de onverschilligheid jegens de kerk in Vierpolders oude papieren heeft, nog voordat termen als kerkverlating en secularisatie in de mode raakten. „Allereerst is er een zekere onbewogenheid te constateren met betrekking tot kerk en geloof – een koelheid die al generaties lang in dit gebied blijkt te bestaan. Het contact met sommige bewoners van De Swinshoek, een verzorgingshuis in Rockanje, versterkt de indruk dat deze streek al erg lang onkerkelijk is. Mensen van 80-90 jaar vertellen mij dat zij van hún ouders al te horen kregen: „Och kind, er is toch niks, en wat geeft het!””
Zo zijn Vierpoldenaars van lieverlee „hervormd op wielen” geworden. Ds. Van Buuren bedoelt er in zijn rapport randkerkelijken mee. „„Hervormd op wielen”, zei men dan vroeger, verwijzend naar de drie gelegenheden waarop men rijdend naar de kerk kwam; met de kinderwagen voor de doop; met de koets voor het huwelijk en met de lijkwagen voor de begrafenis.”
Maar vanaf 2015 bestaan ook zij niet meer. Omdat er voor een rand een kerk moet zijn. En die gaat dicht.