Hij was hiervan beschuldigd in verband met het gebruik van met HIV besmet bloed voor bloedtransfusies. Tussen 1980 tot 1985 kregen in Frankrijk ruim 4000 mensen met HIV besmet bloed en honderden van hen stierven aan aids.

De zaak tegen Evin, die minister was van 1988 tot 1991, vloeide voort uit een klacht van de ouders van een vrouw die in 1991 overleed aan aids. De ouders verweten Evin te hebben nagelaten mensen die een bloedtransfusie hadden ondergaan te waarschuwen dat zij mogelijk besmet waren en daardoor ook anderen zouden kunnen besmetten. De 54-jarige Evin, die momenteel parlementslid is, zei destijds te hebben besloten geen aids-test te gelasten voor mensen die een bloedtransfusie hadden ondergaan, omdat dat geleid zou kunnen hebben „tot algehele verwarring bij laboratoria.” In plaats daarvan adviseerde hij artsen in oktober 1990 „een test voor te stellen als dat gerechtvaardigd lijkt.”

Eerder werden al oud-premier Laurent Fabius en oud-minister van Sociale Zaken Georgina Dufoix vrijgesproken van doodslag in verband met het bloedschandaal. Oud-minister van Gezondheidszorg Edmond Hervé werd schuldig bevonden, maar kreeg geen straf. Een voormalige directeur van het Nationale Bloedtransfusiecentrum, Michel Garetta, werd tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld.