Buitenland

Bush wil meer democratie in Midden-Oosten

De Amerikaanse president George Bush heeft donderdag een krachtig beroep gedaan op een aantal landen in het Midden-Oosten om meer werk te maken van de democratie. Daarbij noemde hij niet alleen Iran en Syrië, maar ook de Amerikaanse bondgenoten Egypte en Saudi-Arabië.

Van onze correspondent
7 November 2003 11:00Gewijzigd op 14 November 2020 00:42

Bush sprak ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de National Endowment for Democracy (NED) in Washington. NED is een onpartijdige organisatie die via projecten en beurzen overal ter wereld probeert de democratie te bevorderen. De president stelde de wederopbouw van Irak en Afghanistan als voorbeeld van een „keerpunt” dat andere landen vrijwillig zouden moeten volgen.

„Zestig jaar lang hebben westerse landen het gebrek aan vrijheid in het Midden-Oosten goedgepraat, zonder dat dit ons meer veiligheid heeft verschaft”, aldus Bush. Hij vergeleek de inspanningen in Irak met Amerika’s pogingen na de Tweede Wereldoorlog om de democratie te bevorderen en het communistische Sovjetimperium te bestrijden. Hierbij noemde hij naast eerdergenoemde landen ook Noord-Korea, Myanmar (Birma), Cuba en Zimbabwe als landen „die niet eeuwig de vrijheid kunnen onderdrukken.”

Hij prees de plannen van Saudi-Arabië voor het houden van verkiezingen op lokaal niveau. „Door het volk meer verantwoordelijkheid te geven, kan de Saudische regering leiderschap in de regio demonstreren”, meende de president. Sommige reacties waren zeer positief, zoals van Tom Malinowski, directeur van de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. „Zo ver als Bush vandaag ging, is zijn voorganger Clinton nooit gegaan”, aldus Malinowksi.

Bush’ redevoering leek een echo van het politieke idealisme van Ronald Reagan, die twintig jaar geleden verklaarde dat het communistische regime had gefaald. Maar er waren ook twijfels aan dit nieuwe idealisme, dat momenteel in Washington de boventoon lijkt te voeren na een beleid van ”Realpolitik” van Bush’ voorganger Clinton en niet te vergeten van zijn eigen vader in de regeringsperiode vóór Clinton.

„Bush lijkt te vergeten dat de VS met twee maten meten waar het de strijd tegen het terrorisme betreft. Hij pleit voor democratie, maar werkt tegelijkertijd samen met Pakistan en andere repressieve en ondemocratische regimes in Azië. Bovendien steunt Washington Israël onvoorwaardelijk, hoe hard en agressief dat land ook optreedt tegen de Palestijnen. Dat maakt het pleidooi van Bush in Arabische ogen wellicht huichelachtig”, meende analist en politiek filosoof Peter Berkowitz.

Bush benadrukte dat de islam geen belemmering is voor een democratische ontwikkeling. Politiek analist Michael O’Hanlon van het Brookings Research Instituut in Washington vreest dat de Amerikaanse president een erg simplistische visie heeft op de democratische potentie van tal van moslimlanden. „Niet dat de islam per definitie niet verenigbaar is met democratie, maar een democratische ontwikkeling zal in tal van moslimlanden een langdurig, moeizaam en vaak tegenstrijdig proces zijn”, meent O’Hanlon.

Hij wijst daarbij op de problemen in de voormalige Sovjet-Unie, waar, na het eerste chaotische democratische experiment van Boris Jeltsin, diens opvolger Vladimir Poetin de autocratische teugels weer strak heeft aangehaald. „In ruil voor Poetins medewerking aan de strijd tegen het terrorisme gedoogt Bush bovendien diens meedogenloze onderdrukking in Tsjetsjenië en de schijnverkiezingen die de Russen daar organiseerden. Dat is niet bepaald een lichtend voorbeeld voor de democratie die de president het Midden-Oosten vandaag zo idealistisch voorhield”, aldus O’Hanlon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer