Meer controle op veevoerproductie
Zes producenten van veevoer gaan samenwerken om de voedselveiligheid te verbeteren. De bedrijven gaan onder de naam TrusQ grondstoffen voor het voedsel van vee controleren om zo de kans dat er ongewenste stoffen in het voer terecht-
komen te verkleinen.
Dat hebben de bedrijven woensdag gezegd. „Met het Feed Safety Program kunnen wij alle betrokken partijen in de keten maximale zekerheid bieden over de veiligheid van onze producten. Pas wanneer een leverancier en de bijbehorende grondstof als veilig worden beoordeeld, mag met deze partij zaken worden gedaan. Zij zullen uitsluitend grondstoffen inkopen bij leveranciers die voor deze grondstof als veilig uit de risico-inventarisatie zijn gekomen”, aldus T. Loman van TrusQ.
Het verband is een initiatief van ABCTA, Agrifirm, Cehave Landbouwbelang, De Heus Brokking Koudijs-Sondag, Hendrix UTD en Rijnvallei. De bedrijven zeggen een marktaandeel van ruim 60 procent te hebben. De overheid moet de samenwerking nog goedkeuren, aldus de zes.
LTO-Nederland is positief over de samenwerking. Hiermee zijn de consument en de veehouders gebaat, aldus de landbouworganisatie.
De producenten willen met de samenwerking voorkomen dat besmettingen van veevoer uit het verleden weer de kop opsteken. Een voorbeeld is de gekkekoeienziekte bse. In Nederland mogen producenten bepaalde delen van dieren niet meer verwerken in veevoer om de overbrenging van bse te voorkomen. De veeziekte is bij mensen de vermoedelijke veroorzaker van de dodelijke hersenziekte Creutzfeldt-Jakob.
Verder zijn in de afgelopen jaren in België het kankerverwekkende dioxine en farmaceutisch afval in veevoer aangetroffen. Dit jaar werd in Duitsland te veel dioxine ontdekt in een grondstof voor veevoer.