Evensong in Cambridge unieke ervaring voor Kampen Boys Choir
Meer dan tien jaar zingt het Kampen Boys Choir in de Engelse traditie. Maar van een reis naar het land waar elke grote stad een jongenskoor kent, kwam het niet. Tot vorige week: toen zongen de Hollandse jongens in Cambridge.
In optocht komen ze aangelopen in de richting van de kapel van St. John’s College in Cambridge. De mannen en de jongens van het koor uit Nederland verschillen ogenschijnlijk in niets van Engelse koorknapen. Rode toga’s, met daaroverheen een wit koorhemd, de zogeten ”superplie”. Als ze eenmaal binnen zijn, klinkt het karakteristieke gezang van psalmen en hymnes, begeleid door de uit Nederland meegereisde organist Eeuwe de Jong. De klank van het Kampen Boys Choir is niet van die van Engelse koren te onderscheiden.
„Dat is ook precies de bedoeling”, zegt Rintje te Wies, de artistiek leider van het koor. „Dit is de omgeving waarin een jongenskoor past dat opereert in de Engelse traditie. Het werd hoog tijd dat de jongens dat een keer meemaakten.” In Nederland zingt het koor volgens Te Wies hetzelfde repertoire, „maar hier is alles in de kerk ingericht op deze koren. Van de koorbanken tot het orgel.”
Het Kampen Boys Choir bestaat officieel sinds september 2002. Toen werd gestart onder leiding van Bouwe R. Dijkstra. Deze dirigent richtte eerder het Roder Jongenskoor op. Kampenaar Henk Stoel en enkele plaatsgenoten waren onder de indruk van de Engelse jongenskoortraditie, en met hulp van Dijkstra wisten ze zo’n koor in Kampen van de grond te tillen.
Een van de jongens van het eerste uur, Dirk Verloop, zong tijdens de koorreis vorige week voor het laatst mee. De 19-jarige kan het zingen niet meer combineren met zijn studie. De reis ziet hij als een bekroning van zijn koortijd. „Het zingen in Cambridge plaatst alles waarmee we bezig zijn in de goede context. De kerken die we bezochten, zijn gebouwd voor de koorzang. De koorleden staan in twee groepen tegenover elkaar. Daardoor is de samenklank heel goed.”
Liederen
Dirigent Te Wies zocht in overleg met de kapelaans van de Pembroke College Chapel en de St. John’s College Chapel de te zingen liederen uit. De liturgie van een evensong ligt grotendeels vast en is gekoppeld aan het kerkelijk jaar. „We kregen van tevoren door welke Bijbelgedeelten gelezen werden. Vaste onderdelen zijn de gezongen preces en responses (gebeden), het Magnificat (Lofzang van Maria) en het Nunc dimittis (Lofzang van Simeon). Hiervoor zijn verschillende melodieën en bewerkingen beschikbaar. Meer vrijheid is er bij de hymnes. De leiding van de Pembroke College Chapel deed drie suggesties waaruit we konden kiezen, door St. John’s College werden we vrijgelaten.”
Voor de jonge jongens op het koor was de reis „heel speciaal”, zegt Joel Haase (12). „Je komt anders nooit in zo’n mooie Engelse kerk. Er zijn prachtige ramen en een beschilderd plafond, echt indrukwekkend.” Het zingen zelf noemt hij „niets bijzonders.” Lachend: „Ik zit al zeven jaar op het koor. We doen wat we altijd doen, we zijn helemaal gewend aan de Engelse koorstijl.”
Ook voor Siebe Bijlsma (12) is het genieten. „Toen ik de kapel van St. John’s College binnenkwam en alle versieringen zag, dacht ik: Tjonge, dat zit vol met blingbling. Ik heb gelijk foto’s gemaakt.”
Gabian Kingma (11) vond dat de Nederlandse jongens goed werden opgevangen. „We kregen een goede uitleg van de kapelaan, de man die bij de kerk hoort. Hij vertelde hoe we moesten lopen en wat verder de gang van zaken was. Echt moeilijk was het trouwens niet. We hebben al zo veel concerten in Nederland gegeven, het gaat eigenlijk vanzelf.”
Groepsvorming
De koorreis is ook belangrijk voor de groepsvorming, zegt Te Wies. „Je gaat als groep een week intensief met elkaar om. Dat schept een band. Ook met de dirigent. Je bent niet alleen de man van de repetities, maar ook degene die te hulp schiet als een van de jongens een gat in zijn knie valt.”
Na de eerste evensong op maandag was er, terug in de jeugdherberg waar de groep overnachtte, tijd voor een terugblik. Te Wies: „Met een paar bakken chips erbij hebben we het erover gehad hoe het was gegaan. En over het belang van op tijd naar bed gaan en opletten dat je geen blessures krijgt bij het voetballen.”
Onverwachte gebeurtenissen blijven er altijd tijdens zo’n reis. Dat bleek toen in de nacht van woensdag op donderdag om halfvijf het brandalarm afging. Werner van Manen (16): „Ik stond in een paar tellen buiten. Sommige jongens hadden alleen hun ondergoed aan. Gelukkig konden we in de auto’s waarmee we gekomen waren, wachten tot de brandweer kwam. Na een halfuur mochten we weer naar binnen, maar van slapen kwam vervolgens weinig meer.”
Als het aan Henk Stoel, de zakelijk leider van het koor, ligt, wordt de Engelandreis een vast onderdeel van de gang van zaken bij het Kampen Boys Choir. „Eén keer in de twee jaar lijkt me goed. Ik denk ook dat de mensen daar wel voor zijn te vinden.” Hij is trots op wat er in ruim tien jaar met het koor is bereikt. „We zetten iets neer waarvan zelfs de Engelsen zeggen: Dat is niet slecht. Daarom ben ik trots op de jongens. Het is indrukwekkend om hen te horen zingen.”
Kampen Boys Choir
Ongeveer zestien jongens en twaalf mannen vormen het Kampen Boys Choir, dat onder leiding staat van Rintje te Wies. Het in 2002 opgerichte koor werkt volgens de Engelse jongenskoortraditie. De jongens en de mannen krijgen bij het koor een klassiekezangopleiding. Daarnaast repeteert het koor twee keer per week. Het jongenskoor organiseert evensongs, onder meer in de Bovenkerk te Kampen. Daarnaast werkt het mee aan onder meer de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus Passion door de Nederlandse Bachvereniging. Dit jaar maakte het koor voor het eerst een reis naar Engeland. Daar werkten de zangers mee aan drie evensongs. Eén keer in de Pembroke College Chapel en tweemaal in de kapel van het St. John’s College in Cambridge.