Rassendebat in VS nooit weggeweest
De ophef om de vrijspraak van George Zimmerman heeft de discussie over het recht op zelfverdediging in de VS weer doen oplaaien. En het laat zien dat het rassendebat nooit is weggeweest.
De Amerikaanse buurtwacht George Zimmerman werd zaterdag door de jury vrijgesproken van het doodschieten van de 17-jarige Trayvon Martin in Sanford, Florida, in februari vorig jaar.
De zes juryleden bogen zich sinds vrijdag over de vraag of Zimmerman uit zelfverdediging handelde of de ongewapende tiener moedwillig doodschoot. Zij hebben bepaald dat Zimmerman niet schuldig is. Hij riskeerde voor doodslag een gevangenisstraf oplopend tot levenslang.
De zaak heeft de gemoederen in de Verenigde Staten danig verhit. Duizenden mensen gingen afgelopen weekeinde de straat op om te protesteren tegen de uitspraak. Ook op sociale media was de zaak een hot topic.
Enerzijds geeft het vonnis nieuw voer aan de discussie over wapenbezit en het recht op zelfverdediging. Aan de andere kant menen veel betogers dat huidskleur een rol heeft gespeeld in het optreden van Zimmerman. Hij zou Trayvon Martin moedwillig hebben geconfronteerd en doodgeschoten omdat hij een Afro-Amerikaan was.
De aanklagers beschuldigden Zimmerman aanvankelijk van moord. Maar wegens een van het begin af aan zwakke bewijsvoering brachten zij de tenlastelegging later naar doodslag terug.
De verdediging bracht zakelijk en beheerst de feiten naar voren. Zimmerman ging in februari vorig jaar achter Trayvon Martin aan, toen die met een capuchon op door een wijk van Sanford, Florida, liep. Volgens de buurtwacht gedroeg de tiener zich verdacht. Toen hij de jongen aansprak, ontstond er een handgemeen. Daarop trok Zimmerman zijn pistool en schoot Martin dood.
Onduidelijk blijft wie de eerste klap heeft uitgedeeld. Zimmerman had sterk bewijsmateriaal in de vorm van foto’s van zijn bloedende neus en diverse zwellingen op zijn achterhoofd. Volgens hem heeft Martin hem herhaaldelijk met zijn hoofd tegen het wegdek geslagen – „een wapen”, aldus de verdediging.
Wettelijk gezien was dat bewijsmateriaal niet eens nodig geweest. In de staat Florida is doden uit zelfverdediging toegestaan. Zimmerman had een vergunning voor zijn vuurwapen. Het enige dat hij hard hoefde te maken, was het feit dat hij vreesde voor „ernstig lichamelijk letsel of de dood.”
In 2005 nam de staat Florida in aanvulling op het recht op zelfverdediging de zogenaamde Stand Your Ground-wet aan. Die houdt in dat slachtoffers van (potentieel) geweld niet hoeven te vluchten, ook al is er een veilige mogelijkheid om dat te doen. Zelfs als de aanvaller op de vlucht slaat, mag er alsnog dodelijk geweld worden gebruikt. In meer dan twintig Amerikaanse staten is deze bepaling inmiddels van kracht.
De verdediging deed uiteindelijk geen beroep op deze voorziening, omdat Zimmerman volgens haar niet eens de mogelijkheid had om te vluchten.
Na een stuntelend slotpleidooi van de aanklagers, die voortdurend onzeker door hun papieren bladerden, volgde de genadeklap van de verdediging. Forensisch patholoog Di Amio verklaarde dat Martin op het moment van het fatale schot over Zimmerman heengebogen stond. Van opzet kon dus geen sprake zijn. Dat was voor de jury voldoende om tot vrijspraak te komen.
De uitspraak in de zaak Zimmerman is de zoveelste aanleiding voor een discussie over de wapenwetgeving in Amerika. President Obama greep de gelegenheid dan ook direct aan om zijn stokpaardje –inperking van het wapenbezit– te verdedigen.
Niet haalbaar
Het staatshoofd weet echter ook dat dat zeer waarschijnlijk politiek niet haalbaar is. Ernstige schietdrama’s op scholen, universiteiten en in bioscopen hebben de Amerikaanse volksvertegenwoordiging er tot nu toe niet toe kunnen bewegen het grondwettelijke recht om vuurwapens te bezitten in te perken.
De zaak Zimmerman zal daar geen verandering in brengen. De machtige Amerikaanse wapenlobby, belichaamd in de National Rifle Association, heeft te veel geld en invloed om een tegenbeweging in de politiek te voorkomen.
Het incident heeft echter ook het debat over de verschillen tussen blank en zwart volop doen oplaaien. Zelfs president Obama deed vorig jaar een duit in het zakje met zijn opmerking: „Als ik een zoon zou hebben gehad, zou hij er als Trayvon Martin hebben uitgezien.”
Het rassendebat gaat veel dieper dan de discussie over wapenwetgeving. Het laat ook zien dat de emancipatie van zwarten in Amerika kennelijk nog niet is voltooid. Althans, zeker niet in de ogen van de Afro-Amerikaanse bevolking. Zij wijzen bijvoorbeeld op het verhoudingsgewijze grote aantal zwarten dat in de gevangenis zit en op de hogere werkloosheid onder dat deel van de Amerikaanse burgers. Die verschillen laten zich al helemaal niet door wetgeving reguleren. En ook dat weet Obama maar al te goed.