In het herenakoord tussen Schiphol, LVNL en Amsterdam stond dat slechts 1 procent van alle vliegtuigen recht op de Kaagbaan en de Schiphol Oostbaan en dus over Amsterdam zouden vliegen. Alleen bij slecht weer mocht het percentage verdubbelen. In de praktijk bleek de Letter of Intent een loze letter. In 2002 vloog soms 8 tot 9 procent van de vliegtuigen over Amsterdam.

Schiphol en LVNL besloten vorig jaar de overeenkomst op te zeggen, maar daar ging Amsterdam niet mee akkoord. De gemeente stapte naar de rechter in een uiterste poging de luchtvaartbranche aan de gemaakte afspraken te houden. Tevergeefs bleek woensdag.

Volgens de rechtbank in Haarlem hebben Schiphol en de LVNL genoeg reden om het herenakkoord op te zeggen en wordt daarmee het belang van Amsterdam niet onevenredig geschaad. Volgens de rechtbank worden de belangen van Amsterdam voldoende gewaarborgd door andere wet- en regelgeving.

De Letter of Intent zou de hoofdstad wellicht verdergaande bescherming bieden tegen vliegtuiglawaai, maar dit gaat dan wel ten koste van omliggende plaatsen. De wettelijke regelgeving is er nu juist op gericht de vliegtuigoverlast evenwichtig te verdelen, stelt de rechtbank in het vonnis.